De Sovjet-Unie van Lenin
De communistische staat de Sovjet-Unie, gesticht door Vladimir Lenin, was een verbond van staten waarin Rusland de belangrijkste was. Dit verbond bestond tussen 1922 en 1991. Daarbij gingen ze uit van de ideeën die de Duitse filosoof Karl Marx halverwege de negentiende eeuw had ontwikkeld. Marx geloofde dat de arbeidersklasse in opstand zou komen tegen de fabriekseigenaren. Als de arbeiders de macht hadden overgenomen, zou er een ideale samenleving ontstaan; hierin waren fabrieken en landbouwgrond van iedereen. Alle opbrengsten zouden eerlijk verdeeld worden onder de bevolking. Naar die communistische ideologie zou de samenleving moeten worden ingericht.
Van revolutie naar een utopie?
In 1918 liet Lenin het begrip bolsjewistisch vervangen door communistisch. Bolsjewisme klonk te Russisch volgens buitenlandse critici. Als het gedachtegoed van Karl Marx buiten Rusland verspreid wilde raken, moest het niet gehinderd worden door buitenlandse critici die beweerden dat bolsjewisme – en dus communisme – alleen een Russische ideologie was. De ideale communistische staat van gelijkheid – waarin sovjets door samenwerking het land bestuurden – was een staatsvorm dat overal ter wereld geschikt en gewild was aldus Lenin. Maar was Rusland al klaar om het communisme te exporteren?
Van 1917 tot aan 1922 werd er in Rusland een hevige burgeroorlog gevoerd, die kostte meer dan zeven miljoen Russen het leven, bijna vier keer zoveel als de Eerste Wereldoorlog. De communisten zouden als overwinnaar uit de strijd komen. Ondanks de gewonnen burgeroorlog, bleef er verzet tegen de communistische regering.
Daarnaast hadden de Eerste Wereldoorlog en de burgeroorlog hun tol geëist. Veel landbouwgrond was vernietigd. Ook waren boeren van hun land gevlucht. Degenen die nog wel produceerden, deden dat voor heel Rusland. Daarom beval de communistische regering dat deze boeren op het platteland gratis graan en vlees moesten leveren aan de staat. Dat voedsel ging rechtstreeks naar de militairen en de industriearbeiders. Deze aanpak noemde Lenin oorlogscommunisme. Maar de arme boeren en landarbeiders – opgehitst door tegenstanders van het communisme – weigerden dat. Als communistische brigades graan of vlees kwamen halen, staken de boeren hen dood of hingen hen op.
Het oorlogscommunisme pakte dan ook slecht uit, want de voedselaanvoer droogde op waardoor men in de stad hongerleed. De regering liet duizenden onwillige boeren doodschieten en tienduizend anderen werden naar strafkampen in Siberië gestuurd, de goelags. Door deze maatregelen daalde de voedselproductie naar een dieptepunt, met een vreselijke hongersnood als gevolg. Nu begonnen ook de arbeiders in de steden te staken. Het Rode Leger sloeg hardhandig deze stakingen neer. Na afloop werden duizenden arbeiders geëxecuteerd of naar een goelag gestuurd. Was dit de ideale samenleving van de communisten?
Lenins economische politiek
Ondanks de massale onderdrukking, waren de communisten uiteindelijk machteloos tegen de groeiende onvrede van het Russische volk. De regering van Lenin besloot in 1921 tot de Nieuwe Economische Politiek (NEP). Hierin werd onder andere besloten dat boeren grond mochten bezitten en de producten die zij verbouwden weer vrij mochten verkopen, nadat zij een klein gedeelte ervan als belasting hadden afgedragen. Hetzelfde gold voor winkels, werkplaatsen en kleine fabrieken. De mijnbouw, grote fabrieken en zware industrie bleven staatsbezit. Het gevolg was dat de handel en productie weer opgang kwam. Meel en vlees keerden terug in de winkels. Alleen de echte communisten vonden dat de NEP van Lenin een stap terug was en niet overeenkwam met de idealen van Marx. Zij vonden dat de NEP te veel leek op het verafschuwde ‘westerste’ kapitalisme.
De dood van Lenins communisme
Na de dood van Lenin in 1924 stonden Trotski en Stalin – twee hooggeplaatste leiders van de communistische partij – lijnrecht tegenover elkaar. Trotski presenteerde zich als conservatieve communist en sprak zich openlijk uit tegen de NEP van de recent gestorven Lenin. Het was deze politiek waardoor een wereldrevolutie uitbleef. Daarentegen wilde Stalin Lenins economische politiek voortzetten. ‘Er moest eerst sprake zijn van revolutie binnen het eigen land’ zodat de industrie zich kon ontwikkelen. Pas daarna kon de in 1922 nieuwgevormde Sovjet-Unie de revolutie over de wereld verspreiden. Stalin presenteerde zich als opvolger van de ‘geliefde’ Lenin, door ook zijn politiek voort te zetten. Hierdoor was het voor de gematigden uit de communistische partij duidelijk; Stalin was de echte opvolger van Lenin! Trotski werd in 1929 verbannen.