Aan het begin van de twintigste eeuw liepen de spanningen tussen Europese landen op. Het modern imperialisme, het nationalisme, het militarisme, de bondgenootschappen en de wapenwedloop leidden in 1914 tot de Eerste Wereldoorlog. Daarin stonden Duitsland, Oostenrijk en het Ottomaanse Rijk tegenover Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland en vanaf 1917 de Verenigde Staten.

Bron 7. Chemische wapens werden tijdens de Eerste Wereldoorlog ingezet. Hierdoor vonden duizenden soldaten op een gruwelijke wijze de dood.
De Eerste Wereldoorlog
Aan het front in West-Europa ontstond een loopgravenoorlog. Door het gebruik van moderne wapens met een enorme vernietigingskracht, de verouderde strategie van stormlopen en de slechte omstandigheden aan het front werden miljoenen soldaten slachtoffer van het oorlogsleed. Daaronder waren ook vele soldaten uit de Europese koloniën. Niet alleen soldaten, maar ook de burgers werden betrokken bij de oorlogvoering (= totale oorlog). Vrouwen en ouderen werkten in de oorlogsindustrie. De kranten stonden bol van propaganda en hun berichtgeving werd gecensureerd.
In 1917 brak er mede door de rampzalige gevolgen van de oorlog een revolutie uit in Rusland. Uiteindelijk grepen communisten (Lenin) de macht. Zij maakten van het land een totalitaire staat. In 1918 eindigde de oorlog in een overwinning voor Groot-Brittannië en zijn bondgenoten. Maar de afwikkeling van deze oorlog – en het straffen van Duitsland – creëerde een situatie in Europa waardoor er totalitaire ideologieën in verschillende Europese landen voet aan wal kregen.
De Tweede Wereldoorlog
Daarna was er twintig jaar vrede op het Europese continent voordat er in 1939 opnieuw een verwoestende oorlog uitbrak. De Tweede Wereldoorlog was vooral een strijd tussen de fascistische landen Duitsland, Italië en Japan in Azie (asmogendheden) en hun democratische en communistische tegenstanders (geallieerden).

Bron 8. Bestorming van ‘Omaha Beach’ door Amerikaanse soldaten. Deze operatie was onderdeel van Decision Day (D-Day) de slag die Nazi-Duitsland moest terugdringen.
Hitler wilde voor Duitsers Lebensraum im Osten en stuurde daar doelbewust op aan. Duitse (en in mindere mate Italiaanse) legers bezetten tot 1943 een groot deel van Europa. In Midden- en Oost-Europa ontplooiden Duitse militairen en moordcommando’s een vernietigingsoorlog. Nadat de opmars in het oosten eind 1941 vastliep, probeerden de nazi’s zoveel mogelijk Europese Joden en zigeuners te vermoorden in vernietigingskampen.
Lang namen Russische militairen de strijd tegen Duitsland op het Europese vasteland alleen voor hun rekening. In juni 1943 landden geallieerde legers in Italië en een jaar later in in Frankrijk (D-Day, zie bron ). Uiteindelijk bezweek Duitsland in 1945 onder de gezamenlijke kracht van de Geallieerden: Groot-Brittannië, Frankrijk en vanaf 1941 de Verenigde Staten.
Net als de Eerste Wereldoorlog was de Tweede een totale oorlog. Zo werden burgers in de bezette gebieden gedwongen te werken in Duitsland en probeerde de bezetter burgers te nazificeren.