Paragrafen
Kenmerkende aspecten tijdvak 6: regenten en vorsten
Kenmerkende aspecten
23. Het streven van vorsten naar absolute macht.
24. De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.
25. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
26. De wetenschappelijke revolutie.
23. Het streven van vorsten naar absolute macht
- Kan aangeven wat wordt bedoeld met absolutisme.
- Kan uitleggen hoe vorsten naar absolute macht streefden, met als voorbeeld de Franse koning Lodewijk XIV.
- Kan aangeven waardoor het streven naar absolute macht van vorsten in de praktijk werd beperkt.
- Leerdoelen
- Kan aangeven wat wordt bedoeld met absolutisme.
- Kan uitleggen hoe vorsten naar absolute macht streefden, met als voorbeeld de Franse koning Lodewijk XIV.
- Kan aangeven waardoor het streven naar absolute macht van vorsten in de praktijk werd beperkt.
- Extra uitleg
In de middeleeuwen kwam een proces van staatsvorming en centralisatie op gang. In de vroegmoderne tijd werd daarop voortgeborduurd door vorsten die hun macht probeerden uit te breiden, zoals bijvoorbeeld de Franse koning Lodewijk XIV (1638-1715).
Deze ‘Zonnekoning’ (bron 2) streefde in de zeventiende eeuw naar onbeperkte – dat wil zeggen absolute macht – en baseerde zich daarbij op een goddelijk recht. Dat hield in dat Lodewijk alleen aan God verantwoording schuldig en daarom moest iedereen hem onvoorwaardelijk gehoorzamen. Een opstand tegen de koning was in Lodewijks ogen een misdaad tegen de goddelijke orde. Van volksinvloed op het bestuur moest hij niets hebben.
Hij liet een reusachtig paleis bouwen in Versailles in de buurt van Parijs. Edelen moesten verplicht aan zijn hof verblijven, zodat hij ze onder controle kon houden en mogelijk onschadelijk maken. De grandeur van dat koninklijke hof vergrootte bovendien Lodewijks aanzien in Frankrijk en in de rest van Europa. In de praktijk werden vorsten zoals Lodewijk overigens in hun streven naar absolute macht beperkt door de gebrekkige infrastructuur zoals militaire en politieke instanties, staatkundige regelgeving en de beperkte financiële middelen.
Absolutistische maatregelen van Lodewijk XIV
Politiek | Economisch | Militair | Religieus | Cultureel |
Koning neemt alle beslissingen | Mercantilisme: eigen economie stimuleren door export en buitenlandse economieën schaden door import te beperken. | Permanent staand leger | Streven naar één geloof (katholiek) | Koning regeert vanuit Versailles (vorstelijke grandeur/hofcultuur) |
Staten-Generaal komen niet meer bijeen. | Adel niet meer een belangrijke rol in het leger | Herroeping van godsdienstvrijheid door afschaffen Edict van Nantes in 1685. | Schilder- en beeldhouwkunst: – koning verheven boven alles. – militaire successen afbeelden. – jachttaferelen als koninklijke successen. | |
Censuur |
Bron 3. Absolute maatregelen van Lodewijk XIV.
24. De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
- Kan aangeven wat er bijzonder was aan de staatsinrichting en aan de godsdienstige verhoudingen in de Republiek in de 17e eeuw.
- Kan een economische verklaring geven voor de culturele bloei in de Republiek in de 17e eeuw.
- Leerdoelen
- Kan aangeven wat er bijzonder was aan de staatsinrichting en aan de godsdienstige verhoudingen in de Republiek in de 17e eeuw.
- Kan een economische verklaring geven voor de culturele bloei in de Republiek in de 17e eeuw.
- Extra uitleg
De politiek van centralisatie en kettervervolging van koning Filips II leidde in de Nederlanden in de zestiende eeuw tot een opstand en uiteindelijk tot de stichting van de Republiek in 1588. Dat was een bijzondere staatsvorm in de zeventiende eeuw. De kustprovincies waren sterk verstedelijkt. Dat had als gevolg dat de stedelijke burgerij bepalend was in politiek (regenten), economisch en cultureel opzicht. Ook dat was bijzonder in Europa. Verder bestond er gewetensvrijheid terwijl ergens anders andersdenkenden werden vervolgd.
Op economisch gebied beleefde de Republiek vanaf 1585 een opmerkelijke bloei. Nederlandse schepen voeren overal in Europa. Amsterdam was hét Europese handelscentrum bij uitstek. Buiten Europa deed Nederland druk mee in de Europese overzeese expansie, in concurrentie met onder meer de Spanjaarden en Portugezen die daarmee ongeveer honderd jaar eerder waren begonnen (zie tijdvak 5). De rijkdom van de Republiek maakte ook een bloei van de kunsten mogelijk. De Nederlandse schilders van de 17e eeuw zijn wereldberoemd (bron 4). In de 17e eeuw was Nederland bovendien een belangrijk centrum van wetenschap. Dat had het te danken aan diezelfde gewetensvrijheid.
25. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
- Kan aangeven wat er veranderde aan het handelskapitalisme in de 17e eeuw vergeleken met de 16e eeuw.
- Kent het begrip handelskapitalisme en kan dit verduidelijken met het voorbeeld van de VOC.
- Leerdoelen
- Kan aangeven wat er veranderde aan het handelskapitalisme in de 17e eeuw vergeleken met de 16e eeuw.
- Kent het begrip handelskapitalisme en kan dit verduidelijken met het voorbeeld van de VOC.
- Extra uitleg
Door de Europese expansie overzee in de zestiende eeuw, werden handelscontacten gelegd met gebieden buiten Europa. In de zeventiende eeuw namen de Republiek, Frankrijk en Engeland daarbij het initiatief over van Spanje en Portugal. De Nederlandse handelscompagnieën VOC en de WIC zorgden voor werkgelegenheid en voor een verrijking van het aanbod van goederen op de Amsterdamse stapelmarkt. Zo droegen deze compagnieën bij aan de economische bloei van de Republiek in de 17e eeuw.
In Engeland en Frankrijk werden ook handelscompagnieën opgericht. Deze compagnieën passen bij de ontwikkeling van het handelskapitalisme in deze eeuw. De handel over duizenden kilometers oversteeg de mogelijkheden van familiebedrijven en compagnonschappen uit de voorgaande eeuw. Bij de VOC kochten mensen aandelen waarmee zij winst op konden strijken zonder dat het nodig was deel te nemen aan bestuur en beheer. Door de wereldwijde handelscontacten van West-Europese ondernemingen, aanbod van goederen van over de hele wereld en de Europese afhankelijkheid van grondstoffen van andere continenten ontstond geleidelijk een wereldeconomie.
Bron 5. Het aantal VOC-schepen bestemd voor de handel op Indië.
26. De wetenschappelijke revolutie
- Kan aangeven wat wordt bedoeld met wetenschappelijke revolutie.
- Kent de kenmerken van de wetenschappelijke manier van denken.
- Kent het verband tussen de wetenschappelijke manier van denken en de vele uitvindingen die werden gedaan in de zeventiende eeuw.
- Leerdoelen
- Kan aangeven wat wordt bedoeld met wetenschappelijke revolutie.
- Kent de kenmerken van de wetenschappelijke manier van denken.
- Kent het verband tussen de wetenschappelijke manier van denken en de vele uitvindingen die werden gedaan in de zeventiende eeuw.
- Extra uitleg

Bron 7. Kenmerkend aan de wetenschappelijke revolutie was dat kennis ook gedeeld werd. Studenten liepen vaak met professoren mee, zodat zij zelf het wetenschappelijke proces konden waarnemen.
Het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling in de renaissance werd gevolgd door een plotselingen opleving aan nieuwe ontdekkingen die het hoogtepunt bereikte in de zeventiende eeuw. De wetenschappelijke manier van denken had toen de volgende kenmerken:
- Een kritische houding tegenover overgeleverde kennis en godsdienstige dogma’s.
- Vertrouwen op eigen onderzoek, op eigen waarnemingen en proeven doen om te kijken of de eigen veronderstellingen kloppen.
- Logisch nadenken over de resultaten van proeven en daaruit conclusies trekken.
Gevolgen van de revolutie
Deze revolutie in de manier om kennis te verwerven leidde tot nieuwe inzichten. De Duitser Kepler toonde bijvoorbeeld aan dat planeten om de zon draaiden in ellipsvormige banen. De Italiaan Galilei stelde vast dat het maanoppervlak ruw was, de maan niet zelf licht gaf, dat er manen om Jupiter draaiden en de aarde slechts één van de vele planeten was.
De Hollander Huygens kwam met een theorie over de slingerbeweging en een andere Hollander, Swammerdam, hield zich bezig met de anatomie van insecten. Het meest beroemd werd de Engelsman Isaac Newton dankzij zijn theorie over de universele zwaartekracht (1685).
Een belangrijk gevolg van deze nieuwe manier van wetenschappelijk denken was dat men hulpmiddelen ging uitvinden om het onderzoek te verbeteren of te vergemakkelijken. Dat leidde tot allerlei uitvindingen. Om beter te kunnen waarnemen, werden bijvoorbeeld de telescoop en de microscoop ontwikkeld. De Hollander Van Leeuwenhoek sleep lenzen en bouwde microscopen waarmee hij micro-organismen bestudeerde. De wetenschappelijke revolutie droeg ten slotte nog bij aan het ontstaan van de Verlichting in de achttiende eeuw.
Literatuur
Blom, Hans. Geschiedenis van de Nederlanden. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff, 2005.
Geschiedenis Havo/Vwo, Syllabus Centraal examen 2017, Domein A en B van het Examenprogramma.
Wilsum, W.P. van. Tijd van regenten en vorsten 1600-1700 Vroegmoderne tijd: Gouden Eeuw. Peize, 2016.