Van belegering naar ontzet: de strijd om Leiden
De religieuze, politieke, sociale en economische spanningen halverwege de zestiende eeuw leidden in de Nederlandse gewesten tot het uitbreken van een opstand, die de geschiedenisboeken zou ingaan als de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Tijdens de opstand waren de Nederlandse gewesten verdeeld; grote delen van de Noordelijke gewesten, Holland en Zeeland, sloten zich aan bij de opstandelingen, terwijl de Zuidelijke gewesten trouw bleven aan de landsheer, Filips II van Spanje. Zo bleef ook Leiden trouw aan de landsheer.
Het verraad van Leiden
De stad besloot uiteindelijk in 1572 over te lopen naar de opstandelingen vanwege de harde maatregelen van Filips’ plaatsvervanger Alva. Zijn maatregelen veroorzaakten veel onvrede in de Nederlanden, aangezien Alva besloot alle vormen van godsdienstvrijheid te verbannen, wat resulteerde in bloedige vervolgingen van protestanten door speciale kerkelijke rechtbanken.
Alva liet het verraad van Leiden niet ongestraft. Eind oktober 1573 probeerde hij de stad weer onder Spaans gezag te krijgen. Een bekende tactiek van Alva was steden uit te hongeren door langdurige belegeringen. Het stadsbestuur van Leiden was op de hoogte van Alva’s oorlogsstrategie en had voorafgaand aan de belegering maatregelen getroffen. Er was voldoende voedsel opgeslagen om Alva’s plan te laten mislukken.
Het stadsbestuur maakte na Alva’s mislukte poging echter een grote fout. Willem van Oranje waarschuwde het stadsbestuur dat een nieuw beleg niet ondenkbaar was. Desondanks besloot het stadsbestuur dat nieuwe voorbereidende maatregelen niet nodig waren, noch dat de bestaande Spaanse belegeringstoestellen en verschansingen voor de stad moesten worden verwijderd. De Spaanse troepen maakten gretig gebruik van deze vergissing, en de stad werd voor een tweede keer belegerd.
Het ontzet van Leiden
Tijdens de tweede belegering werd opnieuw de uithongeringstactiek toegepast. De trouw van de Leidse inwoners aan de opstand verzwakte, aangezien de beloofde economische welvaart en godsdienstvrijheid een verre droom bleven door de belegering.
Het stadsbestuur deed er alles aan om de bevolking tevreden te houden, wetende dat hulp snel zou komen en daarmee het ontzet van Leiden. De hulp kwam in de vorm van de watergeuzen, die de dijken bij Rotterdam en Cappelle aan den IJsel doorstaken, waardoor de polder rondom Leiden overstroomde. Hierdoor konden de Spaanse legers de belegering niet voortzetten en moesten zij zich terugtrekken. Leiden was gered. Het ontzet van Leiden was een van de overwinningen voor de opstandelingen na een reeks van mislukkingen op het slagveld. Deze overwinningen vormden het begin van het oorlogssucces van de Oranjes en leidden tot de vorming van de latere Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
Literatuur
Blom, Hans. Geschiedenis van de Nederlanden. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff, 2005.









