Barbaren voor de poorten: de val van het Romeinse Rijk
Een horde barbaren voor de poorten van Rome in 476 n.C. betekende het einde van het Romeinse Rijk. Het uiteenvallen van het Romeinse Imperium begon al veel eerder. De christelijke eenwording van het rijk onder de keizers Constantijn de Grote en Theodosius, bracht hier geen verandering in.
Tijdens de beginjaren van het Romeinse Rijk werd het omringd door verschillende niet Latijns of Grieks sprekende volkeren, oftewel de Romeinse definitie voor ‘barbaren’. De barbaarse volkeren wisten nooit tot het centrum van het Romeinse Rijk door te dringen. De reden hiervoor was dat de Romeinen fysieke en culturele grenzen creëerden om deze barbaarse volkeren tegen te houden. Het werd niet-Romeinse volkeren niet toe gestaan om de Romeinse grenzen over te steken, zodat zij zich niet konden vestigen in het gebied daarachter. In het geval van de grens in Engeland werd zelfs een muur opgeworpen als grens, door keizer Hadrianus.
Fragmentatie
Romeinse steden begonnen rond 300 in verval te raken. Hoe dit kon gebeuren weten historici niet precies. Dat het gebeurde is echter een feit. De handel begon in deze stedelijke gebieden stil te vallen, landbouwopbrengsten begonnen te verminderen en de bevolkingsaantallen liepen terug. De religieuze eenwording van het rijk, onder het christendom als staatsgodsdienst, wist het tij niet te keren van deze achteruitgang.
Het Romeinse leger gebruikte Germaanse soldaten in haar gelederen. Deze soldaten kregen voor jaren van trouwe dienst een stuk land toegewezen binnen de Romeinse grens. Het beleid van niet-Romeinse volkeren buiten de grenzen te houden werd hierdoor ondermijnd. Het Romeinse Rijk fragmenteerde zichzelf. Een ander gevolg was dat er binnen het leger machtige fracties ontstonden, die tegen elkaar streden voor militaire en politieke macht binnen het Romeinse Rijk. Vaak kwam er geen eenduidige winnaar uit de strijd en riepen de soldaten van de verschillende fracties hun eigen leider uit tot keizer, oftewel Caesar. In sommige perioden kende het Romeinse Rijk dan ook meerdere keizers.
Om keizer te worden van het rijk moest je over het Romeins burgerrecht beschikken. Germaanse soldaten binnen de strijdende facties konden dan ook niet hun eigen Germaanse leider tot keizer kronen, hiervoor hadden ze een marionet nodig. Een Romeinse plaatsvervanger die de Germaanse soldaten volledig op hun wenken zou bedienen. Rond 476 kwam hier ook een einde aan. Een Germaanse hoofdman brak door de poorten van Rome en vermoorde de laatste keizer en nam zijn troon over. Rome als hoofdstad van Romeins-Europa was gevallen.
Het einde van een rijk?
Met de val van Rome kwam er ook een einde aan de totale overheersing van Europa onder Romeins gezag. Dit betekende niet het einde van het gehele rijk. Dezelfde fragmentatie die ervoor gezorgd had dat Rome als hoofdstad van Europa verzwakte, zette het Romeinse Rijk voort in het oosten. Keizer Constantijn de Grote, die het christendom voor het eerst gedoogd had in het Romeinse Rijk , verschoof in 330 de functie van hoofdstad naar de oude Griekse stad Byzantium.
De stad Byzantium werd hernoemd naar Constantijn en zou voortaan Constantinopel heten binnen het nieuwe Oost-Romeinse Rijk. Na de dood van Constantijn werd er binnen het Romeinse Rijk gediscussieerd welke positie Constantinopel en welke positie Rome zou innemen binnen het rijk. De zonen van Constantijn en de latere opvolgers van de gestorven keizer kwamen er niet uit. Een tweedeling van het eens zo machtige rijk was een feit en daarmee ook haar voortbestaan na val van Rome. Byzantium als benaming voor het Oost-Romeinse Rijk, zou voortbestaan tot de verovering van Constantinopel in 1453.
Literatuur
Palmer, R. R., Colton, J., en Kramer, L., A History of the Modern World. Mc Graw Hill: Boston, 2007.
Blois, L. de, Een kennismaking met de Oude Wereld. Coutinho: Bussum, 2001.