Koude Oorlog: van hete strijd tot koude dreiging
Hoofdvragen
Waardoor kwamen na het einde van de Tweede Wereldoorlog twee machtsblokken tegenover elkaar te staan en welke gevolgen had dat voor Duitsland?
Hoe gingen de landen in Oost-Europa deel uitmaken van het Oostblok en welke gevolgen had dat voor de inwoners van die landen?
Hoe ontstond de samenwerking in West-Europa en hoe zag die samenwerking er in de periode 1945-2002?
Welk oorzaken leiden tot het uiteenvallen van het Oostblok en wat betekende dit voor de scheiding tussen Oost- en West-Europa?
Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog werd Berlijn één van de plekken waar twee machtsblokken – de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie – met elkaar in botsing kwamen. De Duitse stad werd het strijdtoneel tussen ideologieën. Maar niet alleen in Berlijn kwam het tot een conflict. Ook in Afrika, Azië en Zuid-Amerika werd de Koude Oorlog uitgevochten, zoals historici dit conflict gingen noemen. De oorlog wordt ‘koud’ genoemd, omdat er niet letterlijk werd gevochten.
In de periode 1945-1991 werden de tegenstellingen tussen de Verenigde Staten (VS) en z’n bondgenoten en de Sovjet-Unie (SU) en z’n bondgenoten als maar groter. Die tegenstellingen uitten zich in wederzijdse afkeer. De VS en de SU bewapenden zich tot de tanden. Beide wereldmachten beschikten over een wapenarsenaal waarmee de totale mensheid vernietigd kon worden. Vooral de kernwapens werden gevreesd. Mogelijk is het daardoor nooit tot een direct militair treffen gekomen tussen de twee en bleef de oorlog ‘koud’.
- 45. De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog.
- 46. De dekolonisatie die een eind maakte aan de westerse hegemonie in de wereld.
- 47. De eenwording van Europa.
- 48. De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen.
- 49. De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen.
Bron 1. In 1946 testen de Amerikanen een nieuwe atoombom in de Stille Oceaan. Omdat de atoombom in de periode vanaf 1945 het belangrijkste militaire en diplomatieke wapen was, wordt deze periode vaak ook het Atoomtijdperk genoemd.
1. Blokvorming: Oost tegen West
- Kan uitleggen dat de afwikkeling van de Tweede Wereldoorlog en de denazificatie van Duitsland uitmondde in blokvorming in Europa.
- Kent de 6 punten die overeen werden gekomen tijdens de Conferentie van Potsdam en kan aangeven welke 2 punten voor spanningen zorgden tussen Oost en West.
- Kan uitleggen hoe de Berlijnse Blokkade en de Luchtbrug van Berlijn ontstonden; welke rol de Trumandoctrine daarin speelde en hoe de uitkomst heeft geleid tot samenwerking tussen West-Duitsers en hun bezetters.
- Kan aangeven hoe Duitsland opgesplitst werd in de Bondsrepubliek Duitsland (BRD) en de Duitse Democratische Republiek (DDR).
Het begin van de Koude Oorlog
De Berlijnse Blokkade en het ontstaan van de BRD en de DDR
- Leerdoelen
-
- Kan uitleggen dat de afwikkeling van de Tweede Wereldoorlog en de denazificatie van Duitsland uitmondde in blokvorming in Europa.
- Kent de 6 punten die overeen werden gekomen tijdens de Conferentie van Potsdam en kan aangeven welke 2 punten voor spanningen zorgden tussen Oost en West.
- Kan uitleggen hoe de Berlijnse Blokkade en de Luchtbrug van Berlijn ontstonden; welke rol de Trumandoctrine daarin speelde en hoe de uitkomst heeft geleid tot samenwerking tussen West-Duitsers en hun bezetters.
- Kan aangeven hoe Duitsland opgesplitst werd in de Bondsrepubliek Duitsland (BRD) en de Duitse Democratische Republiek (DDR).
- Extra uitleg
-
Het begin van de Koude Oorlog
In het filmpje krijg je een overzicht van het ontstaan van de Koude Oorlog.De Berlijnse Blokkade en het ontstaan van de BRD en de DDR
In het filmpje krijg je een overzicht van de Berlijnse Blokkade en het ontstaan van de BRD en de DDR.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontmoetten de regeringsleiders van de Verenigde Staten, de Sovjet-Unie en Engeland elkaar regelmatig. Ze bespraken niet alleen hoe de oorlog zo snel mogelijk beëindigd kon worden, maar ook hoe de wereld er na de oorlog uit moest zien. Deze Grote DrieDe naam voor de regeringsleiders van Engeland (Churchill), de Verenigde Staten (Roosevelt) en de Sovjet-Unie (Stalin), die tijdens de Tweede Wereldoorlog samenwerkten als geallieerden tegen Duitsland en Japan. hadden een gezamenlijke vijand: Nazi-Duitsland. Over de toekomst van Europa na Hitler bleven de afspraken echter vaag. Men dacht: ‘we komen er later wel uit’. Toen Duitsland zich in 1945 overgaf, bleken deze vage afspraken een groot probleem: hoe moest het verslagen Duitsland bestuurd worden? Daarover waren de meningen verdeeld.
Zo begon Stalin van de Sovjet-Unie in veel gebieden in Oost-Europa grote groepen Duitsers die zich daar hadden gevestigd zonder medelijden te verdrijven. Hiermee liep hij vooruit op de vredesregeling en de besprekingen die nog plaatsvonden in Potsdam. Volgens cijfers van de Duitse overheid ging het om ongeveer 7 miljoen Duitsers uit Polen, 3 miljoen uit het Sudetenland in Tsjechoslowakije en nog eens 1,8 miljoen uit andere gebieden. De terugkeer van deze ‘Heimatvertriebenen’ zorgde voor grote problemen. Wat moest er met deze vluchtelingen gebeuren? De Grote Drie deden niets. Men dacht dat het ‘Duitse probleem’ zichzelf wel zou oplossen.
Een conferentie in Potsdam

Bron 2. Duitse kinderen (Heimatvertriebenen) moeten huis en haard in Polen verlaten doordat ze voor hun leven moeten vrezen. De naderende Sovjettroepen spaarden geen enkele Duitser.
De tegenstellingen die al vóór de oorlog duidelijk waren, kwamen tijdens de vredesbesprekingen in Potsdam nog sterker naar voren. Vooral de Britten en de Amerikanen stonden lijnrecht tegenover de Russen. Ze waren het oneens over de herstelbetalingen, waar vooral Stalin op aandrong. Van de drie landen was de Sovjet-Unie het zwaarst getroffen. Het Rode Leger had miljoenen soldaten verloren en ook de Russische bevolking had veel geleden. Steden als Leningrad waren zwaar getroffen en industriegebieden waren door de Duitsers gebombardeerd. Al dit leed moest volgens Stalin gecompenseerd worden, en Duitsland moest daarvoor betalen. Maar hoe? Als Potsdam geen oplossing bood, zou Stalin zelf maatregelen nemen.
Tijdens de Conferentie van Potsdam werden zes punten afgesproken om Duitsland te gedenazificeerdHet proces waarbij de geallieerden alles wat herinnerde aan de nazi-ideologie en iedereen die bij het nazi-regime betrokken was, uit de samenleving verwijderden. De nadruk lag vooral op het straffen van oorlogsmisdadigers.:
- Er zou een vredesverdrag voor heel Duitsland worden voorbereid. (Dit gebeurde uiteindelijk niet, waardoor Duitsland lange tijd verdeeld bleef.)
- Duitsland zou economisch één geheel blijven. (In de praktijk groeiden er toch twee aparte economieën: een kapitalistische in West-Duitsland en een communistische in Oost-Duitsland.)
- Alle oorlogsmisdadigers zouden worden gestraft. (Dit leidde tot de processen van Neurenberg.)
- De grens tussen Duitsland en Polen zou verder naar het westen verschoven worden, naar de Oder en de Neisse. (Miljoenen Duitsers moesten hierdoor hun huizen verlaten en vluchten naar wat overbleef van Duitsland.)
- Duitstalige minderheden uit Polen, Tsjechoslowakije en Hongarije moesten vertrekken. (Ook dit veroorzaakte een massale vluchtelingenstroom.)
- Duitsland werd verdeeld in vier bezettingszones, net als de hoofdstad Berlijn (bron 3). (Dit legde de basis voor de latere scheiding tussen Oost- en West-Duitsland.)
Over de laatste vier afspraken waren de geallieerden het eens. De eerste twee afspraken liepen echter op niets uit. Dat had grote gevolgen. Het wantrouwen tussen de Sovjet-Unie en de andere ‘bezetters’ bleef groeien. In theorie zouden de opperbevelhebbers van de vier bezettingszones minstens drie keer per maand samenkomen om beslissingen te nemen. In de praktijk werd de Sovjet-Unie vaak buitengesloten bij deze besluiten.
Blokvorming: Oost tegen West
De westelijke geallieerden, onder leiding van de Verenigde Staten, vormden samen het WestblokDe groep kapitalistisch-liberale landen onder leiding van de Verenigde Staten.. De landen die tijdens de oorlog door de Sovjet-Unie waren bevrijd, kwamen steeds meer onder invloed van Moskou. Russische troepen bleven er na de oorlog aanwezig. Vrije verkiezingen werden niet gehouden of gemanipuleerd. Deze landen kwamen zo in de invloedssfeerHet gebied waar een staat veel invloed kan uitoefenen, vaak met stilzwijgende goedkeuring van andere staten. van de Sovjet-Unie te liggen en vormden samen het OostblokDe groep communistische landen onder leiding van de Sovjet-Unie.. West-Europa keek hier met angst naar, maar kon weinig doen. Tijdens de oorlog had men Stalin nodig gehad en na afloop konden er geen strengere afspraken meer worden gemaakt. Al in 1946 introduceerde Winston Churchill de term IJzeren GordijnDe naam voor de grens tijdens de Koude Oorlog die Oost- en West-Europa scheidde. Men kon er niet doorheen kijken en de grens niet oversteken.. Deze grens maakte het voor West-Europa en de Verenigde Staten onmogelijk om te weten wat er gebeurde binnen de invloedssfeer van de Sovjet-Unie.
Toen het er in 1947 op begon te lijken dat steeds meer landen communistisch dreigden te worden – onder andere China en Griekenland – besloot de Amerikaanse president Harry S. Truman in te grijpen. Griekenland en Turkije waren het eerste doelwit van deze nieuwe politiek, omdat daar communistische groepen probeerden de macht te grijpen. Truman kondigde een koerswijziging aan in de buitenlandse politiek van de Verenigde Staten: als een democratisch land dreigde communistisch te worden, mochten de Verenigde Staten hulp bieden. Later werd deze buitenlandse politiek bekend als de TrumandoctrineDe door de Amerikaanse president Truman verkondigde buitenlandse politiek waarin hij verklaarde dat het Westen ieder democratisch land mocht steunen waar een communistische machtsovername dreigde..
De Berlijnse Blokkade
Diezelfde Trumandoctrine werd al snel op de proef gesteld. Om te voorkomen dat de westelijke bezettingszones communistisch zouden worden, besloten Frankrijk, Engeland en de Verenigde Staten in 1948 hun zones samen te voegen. Vervolgens voerden zij een nieuw gezamenlijk betaalmiddel in: de Deutsche Mark. Stalin zag dit als een schending van de gemaakte afspraken, omdat de Sovjet-Unie niet was geraadpleegd. Als reactie blokkeerde de Sovjet-Unie de toegangswegen naar het westelijke deel van Berlijn, een enclave in de Russische zone (zie bron 3). Stalin hoopte dat de westelijke geallieerden zouden toegeven door de bevolking van Berlijn uit te hongeren. In plaats daarvan besloten de Engelsen en de Amerikanen Berlijn via vliegtuigen te bevoorraden. Deze actie werd bekend als de Berlijnse Luchtbrug van 1948. Elke 8 minuten landde er een vliegtuig, volgeladen met voedsel en andere voorraden voor de inwoners van West-Berlijn. Toch was deze luchtbrug niet zonder gevaar. Stalin kon op elk moment besluiten de overvliegende vliegtuigen neer te schieten. Hij deed dat echter niet. Historici denken dat hij vreesde voor een kernoorlog, omdat de Sovjet-Unie toen nog niet over kernwapens beschikte. Uiteindelijk besloot hij de blokkade te beëindigen.
De blokkade van Berlijn had de samenwerking tussen de drie westelijke bezettingszones versterkt. Bovendien zorgde de luchtbrug ervoor dat het wantrouwen onder de West-Duitsers en West-Berlijners tegenover de westelijke geallieerden afnam. Ze zagen de westelijke geallieerden niet langer als bezetters, maar als beschermers tegen het communisme. Tegelijkertijd was de blokkade een duidelijk signaal dat de Sovjet-Unie en het Westen vijanden waren geworden. Historici beschouwen dit vaak als het begin van de openlijke Koude Oorlog.
Vanaf september 1948 werd gewerkt aan een nieuwe democratische grondwet. Deze werd in mei 1949 goedgekeurd door de westelijke deelstaatparlementen en door de westelijke westelijke geallieerden. De Bondsrepubliek Duitsland (BRD)Ook bekend als West-Duitsland; het land dat in 1949 ontstond door het samenvoegen van de drie westelijke bezettingszones. Het kreeg een democratisch en kapitalistisch systeem. was een feit. Stalin reageerde door zijn bezettingszone om te vormen tot een eigen staat: de Duitse Democratische Republiek (DDR)Ook bekend als Oost-Duitsland; het land dat in 1949 ontstond uit de oostelijke bezettingszone. Het kreeg een communistisch systeem.. Daarmee was de tweedeling van Duitsland een feit; een situatie die tot 1990 zou blijven bestaan.
2. Het communisme als vriend, vijand en meester
- kan uitleggen hoe de NAVO en het Warschaupact ontstonden en waartoe zij dienden, met als gevolg een wapenwedloop.
- Kent de manier waarop landen in Oost-Europa satellietstaten werden van de Sovjet-Unie en hoe deze staten onder controle gehouden werden.
- Kan aangeven dat tijdens de periode van dooi kritiek op het regime van Stalin werd toegestaan, maar kritiek op het communisme verboden was.
- Kan aangeven dat de dooi met de komst van Leonid Brezjnev eindigde.
- Kan verklaren waarom de Cuba Crisis als het hoogtepunt van de Koude Oorlog wordt gezien (verdiepingsstof).
Basis uitleg hele Koude Oorlog
Verdiepende uitleg hele Koude Oorlog
- Leerdoelen
-
- kan uitleggen hoe de NAVO en het Warschaupact ontstonden en waartoe zij dienden, met als gevolg een wapenwedloop.
- Kent de manier waarop landen in Oost-Europa satellietstaten werden van de Sovjet-Unie en hoe deze staten onder controle gehouden werden.
- Kan aangeven dat tijdens de periode van dooi kritiek op het regime van Stalin werd toegestaan, maar kritiek op het communisme verboden was.
- Kan aangeven dat de dooi met de komst van Leonid Brezjnev eindigde.
- Kan verklaren waarom de Cuba Crisis als het hoogtepunt van de Koude Oorlog wordt gezien (verdiepingsstof).
- Extra uitleg
-
Basis uitleg hele Koude Oorlog
In het filmpje krijg je een overzicht van het onderwerp van deze paragraaf.Verdiepende uitleg hele Koude Oorlog
In het filmpje krijg je een overzicht van het onderwerp van deze paragraaf.
Na de Tweede Wereldoorlog ontstonden er twee Duitslanden. De blokkade van Berlijn droeg hieraan bij, maar zorgde ook voor meer militaire samenwerking binnen het Westblok. De Verenigde Staten, Canada en tien West-Europese landen richtten in 1949 de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO)Het militaire bondgenootschap van het Westblok, opgericht in 1949 met als doel West-Europa tegen het communisme te beschermen. op en beloofden elkaar militair te steunen. Als één lidstaat werd aangevallen, zou dit worden beschouwd als een aanval op alle lidstaten.
De BRD mocht echter nog geen lid worden van de NAVO vanwege de recente Tweede Wereldoorlog. Waren de Duitsers wel voldoende gedenazificeerd? Zes jaar later besloten de oprichters dat de West-Duitsers er wel klaar voor waren om lid te worden van de NAVO. De Sovjet-Unie was hier niet blij mee en richtte een eigen bondgenootschap op: het WarschaupactHet militaire bondgenootschap van de Sovjet-Unie en de Oostbloklanden, opgericht in 1955 om militaire samenwerking te stimuleren.. Dit bondgenootschap bestond uit Polen, Tsjechoslowakije, Hongarije, Roemenië, Bulgarije, Albanië, de Sovjet-Unie én de DDR.
De twee bondgenootschappen begonnen vervolgens een wapenwedloop. Grote legers met duizenden tanks en bommenwerpers werden versterkt met nucleaire wapens, zoals atoombommen. Vanaf de jaren vijftig werden deze massavernietigingswapens aan raketten gekoppeld en konden ze zo worden afgevuurd. Beide bondgenootschappen hadden tienduizenden nucleaire wapens.
Het communisme als vriend
De Sovjet-Unie was na de Tweede Wereldoorlog zwaar verwoest. Belangrijke industriegebieden lagen in puin. Stalin wilde zijn land zo snel mogelijk weer opbouwen en voorkomen dat er ooit nog zo’n ramp zou plaatsvinden. Daarom vond hij het belangrijk om veel macht te krijgen in Oost-Europa. Deze landen konden helpen bij de wederopbouw en fungeerden als een militaire buffer tegen een toekomstige aanval op de Sovjet-Unie. Stalin maakte gebruik van communistische partijen in die landen, die veel aanhangers hadden onder de arme bevolking. Door te helpen bij het organiseren van oneerlijke verkiezingen, zorgde Stalin ervoor dat de nieuwe communistische regeringen naar hem zouden luisteren. Binnen enkele jaren veranderden de Oost-Europese landen in echte satellietstatenEen satellietstaat is een land dat door een ander, groter en machtiger land wordt gecontroleerd. Dit kan om politieke of militaire redenen zijn. Het gecontroleerde land heeft dan niet veel zeggenschap over de eigen beslissingen en moet doen wat het grote land zegt. Het is alsof het gecontroleerde land een satelliet is die om het grote land heen draait en wordt meegenomen in diens baan. van de Sovjet-Unie. Bij de verkiezingen werd fraude gepleegd, waardoor uiteindelijk overal in Oost-Europa communistische partijen aan de macht kwamen. Andere partijen mochten alleen blijven bestaan als zij het eens waren met de communisten.
Om aan de macht te blijven, gebruikten de communistische partijen in de Sovjet-Unie en de satellietstaten veel propaganda en geweld. Miljoenen burgers werden in de gaten gehouden door geheime diensten. De Stasi, de geheime politie van de DDR, was berucht. In de jaren vijftig zaten er meer mensen dan ooit in strafkampen. In 1953 waren er bijna 2,4 miljoen mensen opgesloten in de Goelag, een half miljoen meer dan tijdens de Grote Terreur van de jaren dertig. Ook in de satellietstaten was er veel terreur. In Bulgarije werden zeker 100.000 mensen opgesloten, in Roemenië 180.000 en in Tsjechoslowakije bijna 140.000.
Het communisme als vijand
In 1953 overleed Stalin. Dit betekende het einde van een tijdperk en het begin van een machtsstrijd in de Sovjet-Unie. Na drie jaar van onzekerheid werd Nikita Chroesjtsjov de nieuwe leider. Hij kwam al snel met een opvallende toespraak waarin hij Stalin beschuldigde van machtsmisbruik, persoonsverheerlijking en politieke, militaire en economische fouten. Deze uitspraken zorgden voor een grote verandering. Nog niet eerder had iemand openlijk kritiek durven uiten op Stalin en zijn regime. Dit was het begin van een nieuwe periode, die later bekend zou staan als de dooiEen periode waarin spanningen tussen twee partijen afnemen..
Chroesjtsjovs toespraak had niet alleen gevolgen in de Sovjet-Unie, maar ook in de satellietstaten. In Hongarije begonnen studentendemonstraties die al snel steun kregen van arbeiders en andere burgers. Hun eisen waren eerst klein, zoals het afschaffen van het verplichte onderwijs in het Russisch. Later werden de eisen groter: men wilde persvrijheid en de afschaffing van de doodstraf.
In oktober 1956 werden de demonstraties steeds groter en zelfs delen van het leger sloten zich aan. De Hongaarse premier, Imre Nagy, hield een radiotoespraak waarin hij streefde naar een vrij, democratisch en onafhankelijk Hongarije. Ook kondigde hij aan uit het Warschaupact te willen stappen. Maar deze plannen gingen Chroesjtsjov te ver, en Russische troepen vielen Hongarije binnen. Dit leidde tot gevechten waarbij 2700 Hongaren omkwamen. Nagy werd vervangen door een strenge communist.
Het communisme als meester
De dooi in Oost-Europa was van korte duur. Dit liet veel Oost-Europeanen inzien dat hervormingen moeilijk of misschien onmogelijk waren. Vooral veel hoogopgeleiden wilden niet wachten en besloten te vluchten. Doordat het IJzeren GordijnDe naam voor de grens tijdens de Koude Oorlog die Oost- en West-Europa scheidde. Men kon er niet doorheen kijken en de grens niet oversteken. Europa in tweeën deelde, probeerden velen via West-Berlijn te vluchten. Dit was het enige stukje Westen in het Oosten. Samen met de Sovjet-Unie besloot de DDR dit te stoppen. West-Berlijn werd omringd met een muur, die het onmogelijk maakte om naar West-Europa te vluchten. Deze Berlijnse Muur zou er tot 1989 blijven staan.
In 1964 werd Nikita Chroesjtsjov afgezet als leider van de Sovjet-Unie en vervangen door Leonid Brezjnev. Brezjnev stond bekend om zijn harde lijn tegenover de satellietstaten van de Sovjet-Unie. Dit werd duidelijk toen hij in 1968 de Praagse Lente neersloeg. Deze gebeurtenis begon toen de nieuwe leider van de communistische partij in Tsjechoslowakije een ‘meer menselijke variant van het communisme’ wilde invoeren. Daarbij was sprake van beperkte democratische inspraak en de afschaffing van censuur. Brezjnev vond dat het niet toegestaan was dat Oostbloklanden hun eigen koers volgden. Zijn buitenlandse beleid werd bekend als de Brezjnev-doctrineDe buitenlandse politiek van Brezjnev waarin werd vastgelegd dat de Sovjet-Unie mocht ingrijpen in Oostbloklanden die een eigen koers wilden varen.: de Sovjet-Unie bepaalde de koers en de satellietstaten moesten die volgen.
Bron 8. De Amerikaanse president John F. Kennedy hield in 1963 een belangrijke toespraak nabij de Berlijnse Muur, waarin hij het gevaar van het communisme benadrukte.
Verdiepingsstof: Crisis in Cuba
De Cuba Crisis vond plaats in 1962, tijdens de Koude Oorlog. De Koude Oorlog was een politieke strijd tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie, waarbij beide landen probeerden hun invloed te vergroten en hun ideologieën op te leggen aan andere landen. Cuba was destijds een communistisch land en had goede banden met de Sovjet-Unie. In 1962 ontdekte de Amerikaanse regering dat de Sovjet-Unie bezig was met het plaatsen van nucleaire wapens op Cuba. Dit zorgde voor grote spanningen tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie, omdat de Verenigde Staten bang waren voor een nucleaire aanval vanuit Cuba. De Amerikaanse president John F. Kennedy besloot daarom om een zeeblokkade rond Cuba te instellen om te voorkomen dat er nog meer nucleaire wapens geplaatst werden. Dit leidde tot een zeer gevaarlijke situatie, omdat de Sovjet-Unie dreigde met een nucleaire aanval als de Verenigde Staten de blokkade niet op zouden heffen.
Uiteindelijk werd de crisis opgelost door middel van onderhandelingen tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. De Sovjet-Unie haalde de nucleaire wapens weg uit Cuba en de Verenigde Staten beloofden om geen invasie van Cuba meer te plannen en de in Turkije geplaatste kernwapens te ontmantelen. De Cuba Crisis was een zeer gevaarlijke periode in de Koude Oorlog en laat zien hoe dicht de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie bij een nucleaire oorlog zijn gekomen.
3. Een einde aan de verdeeldheid
- kan uitleggen dat de Trumandoctrine en Marshallhulp hebben geleid tot Europese samenwerking.
- Kan aangeven op welke manier de OEES, EGKS, EEG en de EU hebben bijgedragen aan Europese samenwerking en de eenheid van Europa.
- Leerdoelen
-
- kan uitleggen dat de Trumandoctrine en Marshallhulp hebben geleid tot Europese samenwerking.
- Kan aangeven op welke manier de OEES, EGKS, EEG en de EU hebben bijgedragen aan Europese samenwerking en de eenheid van Europa.
- Extra uitleg
-
Na de Tweede Wereldoorlog veranderden de Amerikanen hun internationale politiek. In plaats van zich af te zonderen, werden de Verenigde Staten een supermachtEen supermacht is een land dat in staat is om wereldwijd politieke, economische en militaire invloed uit te oefenen. Het is een term die vaak wordt gebruikt om de Verenigde Staten aan te duiden, omdat zij een grote rol spelen in de wereldpolitiek en economie. omdat ze bang waren voor het communisme. Als ze zich afzonderden, konden ze het communisme niet tegenhouden. Maar als ze actief betrokken waren bij internationale politiek, konden ze het misschien wel tegenhouden.
Van Trumandoctrine naar Marshallhulp

Bron 9. Het Marshall Plan, dat als doel had de door de Tweede Wereldoorlog getroffen landen economisch te ondersteunen, was één van de eerste initiatieven tot economische samenwerking.
De Trumandoctrine verplichtte de Amerikanen om Europese landen te beschermen die bedreigd werden door het communisme. Het Marshallplan sloot hierbij aan. Door de economische hulp van 12,5 miljard dollar konden West-Europese landen snel de schade van de oorlog herstellen. Er kwam weer genoeg te eten en de economie groeide hard. Oost-Europese landen kregen ook hulp aangeboden, maar mochten dit niet accepteren omdat Stalin bang was voor westerse invloed.
Het Marshallplan wordt wel eens een combinatie van ‘hulp en eigenbelang’ genoemd. De Verenigde Staten hadden politieke en economische redenen om te helpen. Als mensen welvarend waren, zouden ze minder snel op de communisten stemmen. Economisch gezien konden Amerikaanse bedrijven steeds meer producten verkopen op de groeiende Europese markt. De Amerikanen stelden wel voorwaarden aan de hulp. Alle ontvangende landen moesten samenwerken. Dit had economische voordelen, maar ook politiek en militair was het beter om te werken met een samenwerkend West-Europa dan met landen die elk hun eigen beleid voerden.
Europese eenheid
In 1947 werd bekend welke Europese landen hulp kregen van de Verenigde Staten om de schade van de Tweede Wereldoorlog te herstellen. Om deze hulp te verdelen en te gebruiken, richtten de landen de Organisatie voor Europese Economische Samenwerking (OEES) op. Maar deze samenwerking zorgde voor nog meer voordelen.
De landen zagen in dat samenwerking niet alleen snellere economische groei kon betekenen, maar ook kon bijdragen aan het voorkomen van oorlogen. Bovendien werd duidelijk dat economische samenwerking ook politieke samenwerking stimuleerde, omdat landen meer vertrouwen in elkaar kregen en gezamenlijke belangen gingen ontwikkelen. Daarom werd de samenwerking in 1951 uitgebreid, door de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS). Deze organisatie zorgde ervoor dat zes lidstatenEen land dat lid is van een internationaal samenwerken tussen landen. (Frankrijk, West-Duitsland, Italië, Nederland, België en Luxemburg) voortaan gezamenlijk handel dreven in steenkool en staal. Hierdoor hadden ze minder concurrentie en meer gedeelde belangen, waardoor de kans op toekomstige oorlogen kleiner werd.
De EGKS werd steeds belangrijker voor de samenwerking tussen deze landen. Om de samenwerking uit te breiden naar andere sectoren van de economie werd het Verdrag van Rome in 1957 opgesteld en werd de Europese Economische Gemeenschap (EEG) opgericht. Het aantal lidstaten groeide in de daaropvolgende jaren geleidelijk uit en in 1995 telde de organisatie vijftien landen en werd het de Europese Unie (EU) genoemd. De samenwerking tussen de lidstaten werd steeds breder en ging niet alleen over economische zaken, maar ook over politiek, sociaal, juridisch en cultureel gebied. De EU was dus meer dan alleen een economische samenwerking tussen Europese landen.
4. De val van de Sovjet-Unie
- kan uitleggen waarom en met welk doel Gorbatsjov Glasnost en Perestrojka introduceerde.
- Kan uitleggen dat de nieuwe politiek van Gorbatsjov door veel inwoners van het Oostblok met vreugde werd onthaald, maar dat de leiders van de communistische staten Gorbatsjov tegen probeerden te werken.
- Kan uitleggen hoe de Berlijnse Muur viel.
- Kan verklaren waardoor het moeilijk was om het in 1990 moeilijk was Oost- en West-Duitsland te herenigen.
- Kan het einde van de Sovjet-Unie beschrijven.
- Leerdoelen
-
- kan uitleggen waarom en met welk doel Gorbatsjov Glasnost en Perestrojka introduceerde.
- Kan uitleggen dat de nieuwe politiek van Gorbatsjov door veel inwoners van het Oostblok met vreugde werd onthaald, maar dat de leiders van de communistische staten Gorbatsjov tegen probeerden te werken.
- Kan uitleggen hoe de Berlijnse Muur viel.
- Kan verklaren waardoor het moeilijk was om het in 1990 moeilijk was Oost- en West-Duitsland te herenigen.
- Kan het einde van de Sovjet-Unie beschrijven.
- Extra uitleg
-
In de jaren tachtig ging het slecht met de Sovjet-Unie. Het land werkte nog steeds met een planeconomie: dat is een systeem waarbij ambtenaren in Moskou bepaalden wat er geproduceerd moest worden en hoe dat moest gebeuren. Onder leider Brezjnev leidde dit tot veel regels en bureaucratie, en de kwaliteit van producten was vaak slecht. Kritiek was bijna niet mogelijk. Politici waren bang hun positie te verliezen en deden daarom niets.
Glasnost en Perestrojka
Toen Michail Gorbatsjov in 1985 aan de macht kwam, wilde hij het land verbeteren met hervormingen. Er werd een klein beetje vrijemarkteconomie toegestaan: mensen mochten eigen bedrijfjes beginnen en hun eigen prijzen bepalen. Maar op grote schaal bleef de overheid de baas, bijvoorbeeld in de staalindustrie. Die economische hervorming noemde hij Perestrojka, wat ‘hervorming’ betekent. Ook bezuinigde Gorbatsjov op het leger, omdat hij vond dat de Sovjet-Unie geen even groot leger als de Verenigde Staten kon hebben. De wapenwedloop was volgens hem onbetaalbaar geworden.
Gorbatsjov wilde dat mensen zich weer betrokken voelden bij het communisme. Daarom voerde hij glasnost, oftewel ‘openheid’, in. Inwoners van de Sovjet-Unie mochten kritiek hebben op de regering, zonder dat de geheime politie meteen ingreep. Zolang die kritiek maar bedoeld was om het communisme te verbeteren. Dit zorgde voor weerstand bij machtige mensen, die bang waren hun positie te verliezen.
Bron 10. Tijdens de Koude Oorlog periode zijn er veel muzieknummers gemaakt over de tweedeling van Europa en in het bijzonder Duitsland.
Bron 11. Persconferentie gehouden door de Amerikaanse president Ronald Reagan en leider van de Sovjet-Unie Michail Gorbatsjov, over het wederzijdse beluit om te ontwapenen.
Voorgaande leiders hadden altijd geholpen om opstanden in Oost-Europa neer te slaan, vaak met steun van het Warschaupact. Daardoor kregen opstanden geen kans. Toen Gorbatsjov zei dat ze niet langer op die steun konden rekenen, moesten Oost-Europese leiders zelf hun bevolking tevreden houden. Dat lukte niet: de kritiek op de machthebbers nam snel toe. De bevolking liet steeds vaker merken dat ze verandering wilde.
De val van de Berlijnse Muur
In mei 1989 knipten Hongaarse grenswachten het prikkeldraad door van de grens met Oostenrijk. Hierdoor konden burgers uit de DDR (Oost-Duitsland) via Tsjechoslowakije naar Hongarije reizen. Van daaruit staken ze de grens naar Oostenrijk over om naar het Westen te gaan. Dit doorbreken van grenzen maakte ook een einde aan een deel van het zogenaamde IJzeren Gordijn.
Hoe meer de DDR probeerde vluchtpogingen te stoppen, hoe groter de onrust werd. In november 1989 kwam het tot een hoogtepunt. Tienduizenden inwoners van Oost-Berlijn gingen naar de Muur en eisten dat de poort werd geopend. De grenswachten durfden geen geweld te gebruiken en deden de poorten open.
Binnen een jaar na de val van de Berlijnse Muur kwamen in alle Oost-Europese landen niet-communistische regeringen aan de macht. De bevolking wilde meer vrijheid en democratie en nam steeds vaker zelf het initiatief om dit te bereiken.
Na de val van de Muur dacht de West-Duitse leider Helmut Kohl dat het tijd was om de BRD (West-Duitsland) en de DDR (Oost-Duitsland) samen te voegen tot één Duitsland. De Verenigde Staten en de meeste West-Europese landen vonden dit een goed plan, omdat het Westen hierdoor sterker zou worden. Gorbatsjov werkte niet tegen, omdat hij al genoeg problemen had in eigen land.
In oktober 1990 was de Duitse eenwording een feit. Maar de verschillen waren groot. Oost-Duitsland had een minder sterke landbouw en industrie dan West-Duitsland. Ook was de infrastructuur verouderd. Het kostte veel tijd en geld om beide delen gelijk te trekken. In de jaren daarna gaf het voormalige West-Duitsland meer dan 900 miljard euro uit om de verschillen weg te werken.
Het einde van de Sovjet-Unie
In de late jaren tachtig veranderde de Sovjet-Unie onder leiding van Gorbatsjov. Zijn glasnost en perestrojka gaven meer vrijheid van meningsuiting en een gedeeltelijke vrije markt. Dit had onverwachte gevolgen, zoals stijgende prijzen en ontevredenheid bij de bevolking. Ook verloor de Communistische Partij macht, en nationalistische bewegingen in de grensgebieden kregen meer ruimte.
In maart 1990 riepen de Litouwers, een van die volken, hun onafhankelijkheid uit. Hoewel Gorbatsjov het uiteenvallen van de Sovjet-Unie wilde voorkomen, stond hij de Litouwse onafhankelijkheid toe. Dit inspireerde andere volken om hetzelfde te eisen. Zelfs in Rusland ontstonden opstanden. In 1991 viel de Sovjet-Unie uiteen in vijftien onafhankelijke staten, waarvan Rusland de grootste was.
Dit betekende ook het einde van de Koude Oorlog, die sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog had gewoed tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Dit einde kwam onverwacht en verliep bijna zonder geweld. Na de Koude Oorlog bleef de Verenigde Staten als enige supermacht over. Voor Europa en de rest van de wereld betekende dit meer vrijheid, nieuwe kansen voor samenwerking en het einde van een tijdperk van spanning.