Het goed maken van een geschiedenistoets betekent niet alleen dat je de informatie uit het lesboek moet leren. Geschiedenis gaat ook over begrijpend lezen – van zowel de bronnen als de vragen – en het toepassen van wat in de tekst staat. Als je een vraag leest, moet je altijd nadenken: ‘Wat wordt er precies van mij verwacht bij deze vraag?’ Het is belangrijk om de vraag eerst goed te ontleden. Dit doe je door tijdens de toets de verschillende delen van de vraag te onderstrepen waar je een antwoord op moet geven. Bij sommige vragen moet je meerdere dingen doen. Dit wordt verder uitgelegd.
Hieronder zie je voorbeelden van verschillende soorten vragen. Elke vraag wordt uitgelegd, en we laten zien op welke onderdelen je moet letten. Elk van die onderdelen noemen we een vraagelement. Volg bij het beantwoorden van een toetsvraag altijd deze drie stappen:
- Lees de vraag goed.
- Onderstreep de delen van de vraag waar je op moet antwoorden (de vraagelementen).
- Beantwoord de vraag met behulp van de OUD-structuur.