Historische context 3: China, 1842 - 2001
Leidende vragen
Waardoor verloor China zijn positie als regionale grootmacht (1842-1911)?
Waardoor ontstond de Volksrepubliek China (1912-1949)?
Waardoor heeft de Volksrepubliek zich kunnen ontwikkelen tot een grootmacht (1949-2001)?
Eens, diep begraven in de nevelen van de geschiedenis, bloeide een rijk dat China heette. In het hart van dit rijk, tussen de majestueuze muren van de Verboden Stad, regeerde een jonge keizer genaamd Puyi.
Zijn troon was bekleed met zijde en zijn kroon schitterde als de zon zelf, maar achter de pracht en praal school een eenzaamheid die dieper was dan de donkerste nacht. Als kind werd Puyi weggerukt uit de armen van zijn moeder en ondergebracht in het weelderige, maar verstikkende, paleis van de keizerlijke macht.
Terwijl Puyi opgroeide, groeide ook de onrust in zijn rijk. De oude orde wankelde onder de druk van opstanden en revoluties, en de schaduwen van buitenlandse machten reikten tot aan de poorten van de Verboden Stad. Maar binnen die muren, afgeschermd van de wereld, bleef Puyi gevangen in een tijdloze bubbel van luxe en isolatie.
Toen, op een dag in 1912, brak de wereld van Puyi in duizend stukken. De opstanden bereikten hun kookpunt en de Qing-dynastie viel met een oorverdovende donderslag. Puyi werd van zijn troon gestoten, zijn dromen van glorie verbrijzeld onder de laarzen van de geschiedenis. Maar de tragedie van Puyi was nog niet voorbij. Gedreven door politieke machinaties en zijn eigen verlangen naar macht, vond hij zichzelf gevangen in een duister spel van collaboratie en verraad. Hij werd gekroond tot “keizer” van het door Japan bezette Mantsjoerije, een marionet in de handen van buitenlandse overheersers.
Maar zoals alle keizers, was ook zijn tijd voorbij. Na de verwoesting van de Tweede Wereldoorlog werd Puyi gevangengezet, zijn dromen van grootsheid verworden tot as in de wind. Hij werd bevrijd, maar niet van zijn verleden, en leefde de rest van zijn dagen als een gebroken man, een schim van de glorie die eens zijn geboorterecht was geweest. Zo eindigde het verhaal van de laatste keizer van China, een verhaal van pracht en ondergang, van macht en eenzaamheid, dat voor altijd gegrift zal staan in de geschiedenisboeken.
- 31. De industriële revolutie die (in de westerse wereld) de basis legde voor een industriële samenleving (voor China gekoppeld aan tijdvak 10).
- 33. De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
- 34. De opkomst van emancipatiebewegingen (voor China gekoppeld aan tijdvak 9).
- 36. De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme (voor China gekoppeld aan tijdvak 9).
- 37. De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie (voor China gekoppeld aan tijdvak 10).
- 38. Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme (voor China gekoppeld aan tijdvak 10).
- 44. Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme.
- 45. De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog.
- 46. De dekolonisatie die een eind maakte aan de westerse hegemonie in de wereld.
- 48. De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen.
1. Van keizerrijk tot republiek (1842 – 1911)
- Kunt de politieke, sociale, culturele en maatschappelijke kenmerken van het Keizerrijk China in de negentiende eeuw beschrijven en hoe deze tot instabiliteit konden leiden.
- Kunt verklaren door welke interne problemen het gezag van de keizers in de negentiende eeuw verzwakte.
- Kunt beschrijven hoe China in de negentiende eeuw geconfronteerd werd met het modern imperialisme.
- Kunt verklaren waardoor de invloed van westerse mogendheden en Japan in China in de negentiende eeuw toenam en hierbij historische voorbeelden noemen.
- Kunt beschrijven welke doelen de Zelfversterkingsbeweging wilde bereiken en of hun pogingen daartoe op korte termijn succesvol waren.
- Kunt verklaren waardoor de Bokseropstand uitbrak; waarom het keizerlijk hof zich in eerste instantie steunde, maar later veroordeelde.
- Kunt verklaren waardoor in 1911 een revolutie uitbrak; welke (verlichte) westerse ideeën als inspiratie dienden voor deze revolutie en welke gevolgen deze revolutie had.
Keizerlijk China en het confucianisme
Opstanden: Taiping en Nian
De zelfversterkingsbeweging
- Leerdoelen
-
- Kunt de politieke, sociale, culturele en maatschappelijke kenmerken van het Keizerrijk China in de negentiende eeuw beschrijven en hoe deze tot instabiliteit konden leiden.
- Kunt verklaren door welke interne problemen het gezag van de keizers in de negentiende eeuw verzwakte.
- Kunt beschrijven hoe China in de negentiende eeuw geconfronteerd werd met het modern imperialisme.
- Kunt verklaren waardoor de invloed van westerse mogendheden en Japan in China in de negentiende eeuw toenam en hierbij historische voorbeelden noemen.
- Kunt beschrijven welke doelen de Zelfversterkingsbeweging wilde bereiken en of hun pogingen daartoe op korte termijn succesvol waren.
- Kunt verklaren waardoor de Bokseropstand uitbrak; waarom het keizerlijk hof zich in eerste instantie steunde, maar later veroordeelde.
- Kunt verklaren waardoor in 1911 een revolutie uitbrak; welke (verlichte) westerse ideeën als inspiratie dienden voor deze revolutie en welke gevolgen deze revolutie had.
- Extra uitleg
-
Keizerlijk China en het confucianisme
In het filmpje krijg je een overzicht van het onderwerp van deze paragraaf.Opstanden: Taiping en Nian
In het filmpje krijg je een overzicht van het onderwerp van deze paragraaf.De zelfversterkingsbeweging
In het filmpje krijg je een overzicht van het onderwerp van deze paragraaf.
In de negentiende eeuw regeerde in China de laatste keizerlijke Qing-dynastieEen reeks heersers uit dezelfde familie die achter elkaar aan de macht zijn.. Deze keizerlijke familie kwam oorspronkelijk uit Mantsjoerije, een gebied in het noordoosten van China. De Mantsjoe keizers bestuurden ook het gebied dat eerst tot de Han Chinezen had toebehoord. Vandaar dat er niet echt sprake was van een Chinese eenheid. De Chinese keizer werd in zijn regeren bijgestaan door ambtenaren. Zij vormden een aparte bevoorrechte klasse: de mandarijnen. Wie mandarijn wilde worden moest een lang, ingewikkeld en kostbaar examenprogramma doorlopen. Maar enkele honderdduizend kandidaten haalden de eindstreep. In China was het dan ook de normaalste zaak van de wereld dat deze investering terugverdiend moest worden. Ambtenaren deden dit door steekpenningen aan te nemen en zich te laten betalen voor andere vormen van corruptie.
De zelfverrijking van de mandarijnen ging ten koste van de boeren. Meer dan negentig procent van de Chinese bevolking was boer. Deze hadden nauwelijks rechten. Plichten hadden de boeren wel: ze betaalden het grootste deel van de belasting, produceerden het voedsel en dienden in het leger.
Het keizerlijk gezag in China was gebaseerd op het confucianismeEen filosofische stroming gebaseerd op de leer van de Chinese denker Confucius, met de nadruk op moreel gedrag en sociale harmonie.. Volgens de confuciaanse leer werd de keizer door de Hemel aangewezen om te regeren. Hij verkreeg dus het Hemels Mandaat en zolang het goed ging met het land, dan was het ondenkbaar om in opstand te komen tegen de keizer en z’n ambtenaren. Daardoor konden de Chinese keizers aanvankelijk rekenen op een zeer gezagstrouwe bevolking. Dat is ook toe te schrijven aan de streng hiërarchische ordening van de Chinese confuciaanse samenleving. Van iedereen werd verwacht dat hij een vaste plek in de maatschappij innam en deze respecteerde. Zo dienden kinderen ouderen te gehoorzamen. Als men dit deed, dan zou China in een harmonieuze staat verkeren. Maar ondanks deze gedragsleer, verzwakte in de negentiende eeuw de machtspositie van de Qing-dynastie.
Interne en externe problemen
Ondanks deze confuciaanse gedragsleer, verzwakte in de negentiende eeuw de machtspositie van de Qing-dynastie. Het keizerrijk kreeg te maken met verschillende interne problemen:
- Allereerst bleef de Chinese bevolking gedurende de negentiende eeuw groeien. De voedselproductie kon deze groei niet bijhouden, met enorme hongersnoden in het rijk als gevolg.
- Chinezen accepteerde de corruptie aan het keizerlijk hof. Maar in de negentiende eeuw nam dit zulke grote proporties aan dat het niet meer in verhouding was met de diefstal, afpersing en overige vormen van corruptie in de voorgaande eeuwen. Daarnaast was het voor niet-mandarijnen nauwelijks meer mogelijk om via examens ook toe te treden tot de ambtenarenklasse. Functies werden op voorhand al via vriendjespolitiek verdeeld. Dit kan als tweede interne oorzaak worden bestempeld.

Bron 3. Een mandarijn houdt een strafzitting. In sommige gevallen werd de boete verhoogd, zodat de mandarijn een deel in eigen zak kon steken.
Daarnaast kreeg de Qing-dynastie te maken met externe bemoeienissen in de vorm van het modern imperialismeHet streven van westerse landen in de 19e eeuw om hun macht te vergroten door koloniën in Azië en Afrika te veroveren en te besturen.. In de negentiende eeuw waren veel Europese landen gaan industrialiseren. Hierdoor nam de vraag naar grondstoffen en nieuwe afzetgebieden toe. Het modern imperialisme draaide niet alleen om het versterken van de eigen economie. Door het nationalismeEen sterke trots op het eigen land of de eigen cultuur, of het streven naar een eigen, onafhankelijke staat. hadden superioriteitsgevoelens hun intrede gedaan in de Europese samenlevingen, waardoor het modern imperialisme ook draaide om het versterken van de machtspolitiek: hoe meer koloniaal gebied, hoe meer status het moederland had. En later werd ook gestreefd naar het verspreiden van de westerse normen en waarden.
Net als in Afrika en elders in China, probeerden de Europese koloniale machthebbers hun invloed in China uit te breiden. Maar het Chinese keizerlijk hof verbood dit. Westerse mogendheden mochten alleen handeldrijven via de havenstad Kanton. Maar zelfs daar liep de handel moeizaam, aangezien er nauwelijks vraag was naar westerse producten. Chinezen zagen hun eigen normen, waarden, cultuur, politiek en economie als superieur. Zij beschouwden de westerlingen als barbaren. China was volgens de Chinezen het middelpunt van de wereld. Dat wordt sinocentrismeHet idee dat China het belangrijkste land in de wereld is en dat de Chinese cultuur, economie en politiek beter zijn dan die van andere landen. genoemd.
Omstreeks 1820 vonden de Britten toch een productie waarmee ze hoopten de Chinese markt te veroveren. Vanuit Pakistan en delen van India werd opium naar China vervoerd. Miljoenen Chinezen werden door deze opiumhandel verslaafd gemaakt. Als tegenreactie besloot de Chinese overheid een opiumverbod in te voeren. Maar zonder veel effect. Via smokkelhandel wisten de Britten toch een zeer winstgevende handel op te zetten, met de havenstad Kanton als basis. Door de massale verslaafdheid aan deze drug, raakte de Chinese samenleving totaal ontwricht. In 1839 gaf de keizer het bevel om twintigduizend kisten opium in beslag te nemen en te vernietigen. De Britten lieten dit niet over hun kant gaan en stuurden oorlogsschepen. De Eerste Opiumoorlog was een feit. De Chinese vloot, bestaande uit traditionele schepen, maakten geen kans tegen de moderne Britse kanonneerboten.
Ongelijke Verdragen en extraterritorialiteit

Bron 4. Karikatuur die de rivaliteit om het bezit van China weergeeft. De afgebeelde grootmachten zijn Engeland (Victoria), Duitsland (Wilhelm II), Rusland (Nicolaas II), Frankrijk (Marianne) en Japan (een samoerai).
In navolging van Engeland probeerden ook Frankrijk, de Verenigde Staten en Rusland hun invloed in China te vergroten. Elke confrontatie met een westerse mogendheid eindigde in een nederlaag voor China. De vredesverdragen die daarop volgden staan bekend als Ongelijke VerdragenVerdragen waarbij de ene partij veel voordelen krijgt, terwijl de andere partij vooral verplichtingen heeft.. Zo werd in 1842 het Verdrag van Nanking gesloten. Hierin werd China verplicht een flinke schadevergoeding te betalen, havens moesten opengesteld worden voor Britse handel en werd de stad Hongkong een Britse kroonkolonie.
Ook in Shanghai nam de westerse aanwezigheid toe. De Chinese regering verloor steeds meer zeggenschap over haar eigen grondgebied. Want in de verdragen werd voor buitenlanders ook extraterritorialiteitEen situatie, regeling of gebied waarin mensen die in het buitenland zijn, niet worden beoordeeld volgens de wetten van dat land, maar volgens de wetten van hun eigen land. geregeld. Zij vielen niet langer onder de Chinese wetgeving en rechtspraak, maar konden door eigen rechtbanken op Chinees grondgebied berecht worden. Dit leidde soms tot buitensporig gedrag bij Europeanen, Japanners en Amerikanen. Daarnaast vestigden ook steeds meer buitenlanders zich in deze gebieden, waardoor Chinese handelaren, schippers en ambachtslieden inkomsten misliepen; aangezien de vraag naar Chinese producten onder deze groepen klein was. Deze twee ontwikkelingen zorgde voor veel onvrede onder de Chinese bevolking.
Taiping en Nian: de noodzaak tot hervorming
De Chinese nederlaag tijdens de Tweede Opiumoorlog uit 1856-1860 en de vernietiging van het keizerlijk zomerpaleis, maakte duidelijk dat het land niet was opgewassen tegen de moderne legers van het westen. In 1861 stierf keizer Xianfeng. Zijn opvolger, een zesjarig jongetje, kon pas regeren als hij meerderjarig was. Daarop besloot de weduwe keizerin Cixi uit naam van de toekomstige keizer te gaan regeren. Ze wist door slim politiek spel het bestuurssysteem zo te hervormen dat ze besluiten kon uitvaardigen zonder de directe toestemming van de adviesraad van de keizer. Tot aan haar dood in 1908 zou ze deze macht behouden als keizerin-regentes van China.
Binnenlands verzet tegen het falende centrale gezag nam toe en protesten tegen de buitenlandse inmenging en beïnvloeding werden talrijker. In het zuiden van China had Hong, een charismatische man die er niet in was geslaagd mandarijn te worden en tevens beweerde dat hij de broer van Jezus Christus was, grote groepen ontevreden boeren overgehaald om mee te doen aan de Taipingopstand. Dankzij een grote aanhang wisten de Taipingrebellen een groot deel van China te veroveren.
Ook de Nianopstand zorgde voor veel problemen. In het noorden van China trad de Gele rivier regelmatig buiten haar oever. De overheid deed nauwelijks iets om de gevolgen hiervan op te vangen. De ontevreden boeren voerden gewapende acties uit tegen grootgrondbezitters en tegen ambtenaren die belasting inden. Beide opstanden werden maar met moeite neergeslagen door een nieuw gevormd modern Chinees legeronderdeel en alleen met buitenlandse hulp.
De opstanden hadden machtspositie van de Chinese keizer enorm verzwakt. De keizerin-regentes Cixi tezamen met hervormingsgezinde ambtenaren, besloot gelijk een aantal hervormingen door te voeren:
- Allereerst pakte ze de extreme corruptie aan in China. Ambtenaren werden beloond op basis van capaciteiten en niet als ze een rigide ambtenarenexamen hadden afgelegd. Ontrouwe ambtenaren werden verbannen naar verre oorden als ze in de ogen van de keizerin-regentes faalden.
- Ten tweede begon Cixi met hervormingen in het leger. Er werden capabele generaals aangesteld, moderne wapens uit het westen geïmporteerd en nieuwe forten aangelegd.
- Ten derde werden stappen ondernomen om mijnen en nieuwe fabrieken te openen, zodat China de benodigde grondstoffen had om een eigen wapenindustrie op te bouwen.
- Ten vierde stimuleerde Cixi het verzamelen van kennis uit het westen. Chinezen werden gestimuleerd om te studeren in Europa, de Verenigde Staten en Japan.
- Daarnaast kan er gesteld worden dat keizerin-regentes Cixi de eerste beginselen van een grondwet liet invoeren. Onderdanen werden niet langer bestraft als ze kritiek uitten op de regering, zolang het hun bedoeling was het bestuur te verbeteren.
Onder Cixi en enkele hervormingsgezinde ambtenaren, groeide het besef dat modernisering niet iets was wat geleidelijk zou gaan. De overheid moest actief beleid gaan voeren! Deze groep, de Zelfversterkingsbeweging, zette belangrijke stappen op weg naar militaire en bestuurlijke modernisering naar westers en Japans voorbeeld, dat sinds de negentiende eeuw naar westers voorbeeld snel was uitgegroeid tot een imperialistische mogendheid.
Op de rand van een afgrond
In 1889 besteeg een nieuwe keizer de troon, waardoor keizerin-regentes Cixi naar de achtergrond werd gedrongen en ‘met pensioen moest gaan’. Maar de jonge keizer wilde zijn tijd niet spenderen aan het besturen en moderniseren van China, maar liever het bed delen met zijn lievelingsconcubine Parel, muziek maken en traditionele kalligrafie. De machtigde recent gemoderniseerde Chinese vloot raakte hierdoor in verval. Maar de keizer zijn leermeester When, vertelden hem dat er geen land was dat China durfde aan te vallen.
Ondertussen verslechterden de verhoudingen tussen China en Japan. In 1853 arriveerde de Amerikaanse commodore Matthew Perry in Japan en eiste met geweld dat Japan de grenzen openstelde. Japan had zich altijd als superieur beschouwd ten opzichte van het westen. Maar door de kanonneerbootpolitiekHet buitenlands beleid gericht op met militair geweld bepaalde politieke doeleinden te bereiken. van Amerika was het pijnlijk bewust geworden van de achterstand die het had op het westen. In rap tempo moderniseerde het land naar westers voorbeeld. Daarbij kwam kijken dat Japan zich nu ook als een modern imperialistisch land ging gedragen, met de bijbehorende expansiedrang. Het liet de ogen vallen op Korea. China beschouwde Korea als haar invloedssfeer. In 1894 kwam het tot een oorlog, waarbij de Chinese vloot werd vernietigd door de moderne Japanse vloot. China kon niet anders dan de vrede die door Japan werd opgesteld te accepteren, om totale vernietiging te voorkomen. Japan eiste meer dan drie keer het Chinese bruto nationaal product als schadevergoedingen, invloed in Korea, de mogelijkheid om importheffingen te vragen en eiste dat het Japanse industrie op Chinees grondgebied kon vestigen.

Bron 8. Met dit soort afbeeldingen waarop christenen door Boksers worden vermoord, werd in Europa afschuw voor de Boksers gecreëerd.
De keizer, geschokt door deze nederlaag, zocht naar iemand die uit zijn naam beslissingen kon nemen; zodat hij dat niet hoefde te doen. Deze vond hij in Kang Youwei, lid van de Zelfversterkingsbeweging. Al Kangs beslissingen en hervormingen waren gedeeltelijk bedoeld om zijn eigen macht te versterken. Toen Cixi dit doorhad, besloot ze weer op de voorgrond te treden. Kang vluchtte naar Japan. Maar het kwaad was al geschied. Het leger was een grote puinhoop en de staatskas was leeg.
De Bokseropstand
Aan het einde van de negentiende eeuw ontstond in Noord-China een geheime rebellenbeweging. De leden geloofden dat ze bovennatuurlijke krachten hadden. Ze noemden zichzelf het Genootschap van Rechtvaardige en Eensgezinde Vuisten. In het Westen werden ze de Boksers genoemd. Dit verwees naar hun gevechtstechniek waarbij ze voornamelijk hun vuisten gebruikten. De Boksers voerden gewelddadige aanvallen uit op westerlingen. Ze hielden hen verantwoordelijk voor het economische en sociale verval van China. Overal vernielden ze kerken, telegraaflijnen en westerse eigendommen. Ze riepen daarbij de slogan: ‘Steun de Qing, vernietig de vreemdeling’.
In 1900 richtten de Boksers zich op de diplomatieke wijk van Beijing. Ze belegerden deze. Een Duitse diplomaat werd op gruwelijke wijze vermoord. Dit gaf Duitsland, dat op zoek was naar een aanleiding om China aan te vallen en zijn grondgebied ten koste van China uit te breiden, de gelegenheid om een internationale troepenmacht te vormen. Deze troepenmacht bestond uit Britse, Amerikaanse, Franse en Duitse soldaten. Hun doel was om de Boksers te verslaan. De keizerin-regentes Cixi vreesde dat deze troepenmacht niet alleen de Boksers zou verslaan, maar ook grote delen van China zou koloniseren, zoals vele westerse landen al eerder hadden gedaan. Daarom moedigde zij de Boksers aan om geweld tegen het Westen te gebruiken. Ze verklaarde dat de Boksers officieel onderdeel waren van het keizerlijke leger. Ze hoopte dat deze gecombineerde kracht het Westen zou kunnen tegenhouden. Maar zowel de Chinese soldaten als de Boksers werden verslagen.
China werd vervolgens gedwongen een Ongelijk Verdrag te accepteren. Dit verdrag kende herstelbetalingen toe aan de westerse coalitie. De leiders van de Boksers werden bestraft en de mogendheden kregen toestemming om permanent troepen in China te stationeren.
De revolutie van 1911
De strafmaatregelen die de buitenlandse mogendheden vervolgens oplegden en de grotendeels mislukte hervormingspogingen van het hof versterkten de gevoelens van onvrede in China. Het keizerlijke bestuur verloor steeds meer steun van de bevolking, ondanks hernieuwde hervormingspogingen van keizerin-regentes Cixi.
- Zo kwamen er meer mogelijkheden tot inspraak in het bestuur.
- Meisjesscholen werden opgericht om vrouwen een actievere rol te geven in de samenleving.
- En er werden plannen opgezet om naar Japans voorbeeld van de keizer een symbool te maken, in plaats van dat die ook echt regeerde; om zodoende en constitutionele monarchie van China te maken.
- Ook werd actief gezocht naar samenwerking met het westen, om de fout van de Bokseropstand uit te wissen.
Maar door geldgebrek kwamen die hervormingen in feite te laat. Cixi overleed in 1908. Keizer Puyi, drie jaar oud, kwam op de troon onder het regentschap van zijn moeder. Maar zij had niet hetzelfde aanzien als Cixi. Hierdoor functioneerde het landsbestuur niet langer. Revolutionaire ideeën konden zich zo snel verspreiden. Aan het eind van de negentiende eeuw was er een nieuwe nationalistische beweging ontstaan onder leiding van Sun Yat-sen. Hij had in het buitenland gestudeerd en was daarbij in aanraking gekomen met democratische politieke opvattingen. Eenmaal in China wedergekeerd, werd hij verbannen na een mislukte opstand. Vanuit zijn ballingschap ondernam hij acties om het Chinese keizerschap ten val te brengen. In die omstandigheden vond in 1911 een revolutie plaats, die begon als onrust in het leger maar als heel snel uitbreidde richting andere delen van China. Generaal Yuan Shikai nam daarbij de leiding. In ruil voor het leven van haar en haar zoon, besloot Puyi’s moeder uit naam van haar zoon afstand te doen van de troon. Shikai werd enkele maanden later president van de Republiek China. Ook Sun Yat-sen keerde terug naar China. Er was een einde gekomen aan het keizerrijk China.
2. Een tijdperk van warlords: nationalisten tegen communisten (1912-1949)
- Kent de doelstellingen die Sun Yat-sen en de Kwomintang (nationalisten) hadden en hoe ze deze wilden bereiken.
- Kent de doelstellingen van de 4 Meibeweging en hoe deze bereikt dienden te worden.
- Kent de doelstellingen van de maoïstische Chinese Communistische Partij tot aan 1949.
- Kan aangeven wanneer en waarom de communisten en de nationalisten in de periode tussen 1911 en 1949 twee keer een periode van samenwerking hadden en waardoor deze samenwerking weer ophield.
- Kan aangeven hoe Japan in de periode tussen 1911 en 1945 zijn invloed in China uit probeerde te breiden.
- Kent het ontstaan van de Volksrepubliek China.
Sun Yat-sen en de Republiek China
Nationalisten en communisten
De communistische revolutie
- Leerdoelen
-
- Kent de doelstellingen die Sun Yat-sen en de Kwomintang (nationalisten) hadden en hoe ze deze wilden bereiken.
- Kent de doelstellingen van de 4 Meibeweging en hoe deze bereikt dienden te worden.
- Kent de doelstellingen van de maoïstische Chinese Communistische Partij tot aan 1949.
- Kan aangeven wanneer en waarom de communisten en de nationalisten in de periode tussen 1911 en 1949 twee keer een periode van samenwerking hadden en waardoor deze samenwerking weer ophield.
- Kan aangeven hoe Japan in de periode tussen 1911 en 1945 zijn invloed in China uit probeerde te breiden.
- Kent het ontstaan van de Volksrepubliek China.
- Extra uitleg
-
Sun Yat-sen en de Republiek China
In het filmpje krijg je een overzicht van het onderwerp van deze paragraaf.Nationalisten en communisten
In het filmpje krijg je een overzicht van het onderwerp van deze paragraaf.De communistische revolutie
In het filmpje krijg je een overzicht van het onderwerp van deze paragraaf.
In 1912 stichtte Sun Yat-sen de Republiek China, nadat Yuan Shikai de leiding had overgenomen van de Qing-dynastie. Sun won de eerste parlementsverkiezingen die georganiseerd werden in China. Zijn nationalistenNationalisme is de sterke voorliefde voor het eigen land. Gaat vaak samen met het streven naar een eigen, onafhankelijke staat., bestuurden de nieuwe Republiek China vanuit de Drie Volksbeginselen:
- Democratie: de bevolking moest invloed krijgen in de politiek via verkiezingen.
- Nationalisme: elke Chinees moest vaderlandslievend zijn. Alleen hierdoor konden buitenlandse invloeden in China worden teruggedrongen.
- Socialisme: de welvaart van het hele volk moest worden bevorderd. Industrialisatie was de sleutel tot die welvaartsgroei. Maar in tegenstelling tot het westen, mochten niet alleen fabriekseigenaren hiervan profiteren. Ook de middenklasse en de arbeidersklasse dienden te delen in de welvaart.
Maar Yuan Shikai weigerde de macht over te dragen aan Sun Yat-sen. Shikai zette Sun Yat-sen af als president en regeerde China als een militaire dictator. In 1916 stierf Yuan Shikai plotseling aan een hartaanval. Sun Yat-sen greep zijn kans en riep zichzelf wederom uit tot president van China. Maar het land viel verder uiteen. Verschillende warlordsLokale heersers die hun macht baseren op militair geweld en onderdrukking., vaak oude generaals uit het leger van de Qing of plaatselijke gangsters, probeerden hun machtsgebieden te vergroten. Daarbij behandelden zij de plaatselijke bevolking vaak zeer slecht.
Nationalisten tegen communisten
In 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit. Ook China koos een kant in dit wereldwijde conflict. Het schaarde zich achter de geallieerden (Frankrijk, Engeland en later de Verenigde Staten) in de hoop na een Duitse nederlaag de Duitse invloedsgebieden op Chinees grondgebied terug te krijgen. Na de Duitse overgave in 1918 bleek deze hoop echter tevergeefs: in het Verdrag van Versailles werden de voormalige Duitse gebieden in China toegewezen aan Japan. Dit besluit leidde tot grote verontwaardiging onder de Chinese bevolking. China was blijkbaar nog steeds niet van de Chinezen zelf!
Op 4 mei 1919 gingen duizenden studenten in Beijing de straat op om te protesteren tegen het verdrag. Hun actie breidde zich al snel uit naar andere delen van het land. Zo ontstond de 4 Meibeweging, geïnspireerd door westerse ideeën over gelijkheid, vrijheid en nationalisme.
De beweging streefde naar:
- Het boycotten van Japan, dat zijn invloed in Azië steeds verder uitbreidde.
- Het aanwakkeren van Chinees nationalisme, om zo de westerse invloed in China terug te dringen.
- Modernisering op bestuurlijk, sociaal en cultureel gebied.
Diezelfde ideeën zouden later in eenzelfde vorm overgenomen worden door de Chinese Communistische Partij (CCP). Deze werd in 1921 opgericht door Chen Duxiu, een van de leidende figuren uit de 4 Meibeweging. Mao Zedong, geboren als boerenzoon, werd binnen de CCP steeds belangrijker. Na het bestuderen van Karl Marx’ theorie en de recente geschiedenis van de Russische Revolutie, was Mao ervan overtuigd dat een revolutie ook gedragen kon worden door boeren. De theorie van Marx ging uit van arbeiders – en die waren er nauwelijks in China – die via een eenmalige revolutie de macht zouden grijpen. Door het gebrek aan arbeiders zou een revolutie in China uitblijven. Maar deze Chinese boeren moesten eerst wel overtuigd worden van de noodzaak van een permanente revolutie, vanuit de idealen van het communismeIdeologie gebaseerd op de politieke en economische ideeën van Karl Marx. Het communisme streeft naar een klasseloze samenleving.. Om dit te bereiken werden grote massacampagnesGrootschalige acties die als doel hebben de bevolking te mobiliseren voor politieke, economische of sociale doelen. opgezet. Vanwege deze verschillen ten opzichte van het theoretische marxisme wordt de ideologie van de CCP onder Mao ook wel maoïsmeEen stroming binnen het communisme die benadrukt dat boeren het communisme moeten invoeren en dat er continu revolutie nodig is om dit te bereiken. genoemd.
In 1919 verenigden de nationalisten zich onder Sun Yat-sen in de nieuwgevormde nationalistische partij: de Kwomintang (KMT). Waar de communisten vooral steun hadden onder de boeren, had de KMT voornamelijk steun in de steden onder de middenklasse, hogere burgerij en ambtenaren. Deze nationalistische partij creëerde in 1923 een eigen leger, geleid door generaal Chiang Kai-shek, waarmee de warlords moesten worden bestreden. In de jaren twintig werd de Kwomintang gesteund door de Sovjet-Unie. Deze vond de Drie Volksbeginselen overeenkomen met marxistische idealen. Sun Yat-sen ontkende die overeenkomst niet, maar of de KMT ook echts socialistisch was valt te betwijfelen. Sun was eerder pragmatisch; hij had geld nodig voor zijn leger en de Sovjet-Unie was bereid dat te leveren. Vanuit Moskou werd de CCP echter wel opgedragen de samenwerking te zoeken met de nationalisten. De communistische partij was nog te klein om op eigen benen te staan en de Sovjet-Unie geloofde dan ook dat de CCP de KMT van binnenuit kon hervormen, zodat een socialistisch China geboren kon worden.
Eerste Verenigd Front
In 1924 trok vanuit het zuiden van China een verenigd leger van nationalisten en communisten op tegen de warlords, genaamd de Noordelijke Veldtocht. In 1925 overleed Sun Yat-sen. Chiang Kai-shek volgde hem op. Maar anders dan zijn voorganger Sun, had Chiang weinig op met de Drie Volksbeginselen van de Kwomintang. Hij streefde naar verrijking van zichzelf en zijn naasten. Chiang Kai-shek wilde China liever regeren als militaire dictator dan als democratische president. Hierdoor werd het bestuur corrupt en de welvaart oneerlijk verdeeld. Voor de boeren op het Chinese platteland werd de KMT dus minder aantrekkelijk. Met hun belofte van grondhervorming, wonnen de communisten juist veel meer steun.
Een bloedige breuk
Chiang Kai-Shek vreesde dat zijn positie gevaar liep door het groeiende aantal communisten. Hij zegde de samenwerking met de communisten op en gaf het bevel de communisten op bloedige wijze te vervolgen. In 1927 in Shanghai richtten de troepen van Chiang een bloedbad aan onder plaatselijke communisten. Uit angst voor verdere vervolging vluchtten velen naar de bergachtige streek tussen Jiangxi en Hunan. Daar werd het land onteigend en onder de boeren verdeeld. Ook trainden de communisten hun eigen Rode Leger in het voeren van een guerillaoorlogManier van oorlogsvoering waarbij mensen niet als strijder herkenbaar zijn, verassingsaanvallen op de tegenstander uitvoeren. Vaak gebruikt als tactiek van een klein leger ten overstaan van een groter leger. .
Na die bloedige breuk met de communisten herstelden de nationalisten in 1927 het centrale gezag. Dat betekende in sommige gebieden de totale controle, maar in andere gebieden alleen macht op papier. Bovendien kreeg de regering niet alle delen van het rijk volledig onder haar gezag. Nanking, nu bekend als Nanjing, werd de nieuwe hoofdstad van Chiang Kai-shek. Zijn regering stimuleerde een proces van industrialisatie, het verbeterde de infrastructuur en maakte gedeeltelijk een einde aan de ongelijke verdragen. Corruptie bleef echter wijdverbreid en politieke tegenstanders, zoals leden van de CCP, werden vervolgd.


Bron 15. Chiang Kai-Shek had als bijnaam 'de Generalisimo'. Waar zou hij dat aan te danken hebben?
In 1931 bezette Japan de provincie Mantsjoerije. In de jaren twintig was de economische groei van Japan gestagneerd, door een gebrek aan beschikbare grondstoffen. Die konden alleen verkregen worden door middel van expansie. Japan vestigde in Mantsjoerije een fascistisch geïnspireerd en wreed regime. De laatste Chinese keizer Puyi stond als symbolische heerser aan het hoofd van deze marionettenstaat genaamd ‘Mantsjoekwo’, van waaruit verdere delen van China werden ingenomen.
Chiang Kai-shek zag echter de Japanners als een minder grote bedreiging dan de communisten. Hij liet het gebied van de CCP in 1934 door nationalisten omsingelen. De communisten sloegen massaal op de vlucht. Deze vluchtpoging, volkomen willekeurig, ongeorganiseerd met miljoenen doden, zou bekend komen te staan als de Lange Mars. Later zou deze Lange Mars door maoïsten worden verheerlijkt als een door Mao weloverwogen militaire strategie. Door deze propaganda werd de positie van Mao als onbetwist leider van de CCP bevestigd.

Bron 16. Japanse speciale eenheden maken zich gereed om aan te vallen. Tijdens de verschillende veldslagen gingen misdroegen de Japanners zich. Ze maakten onder andere gebruik van biologische wapens, terwijl dat dit in het oorlogsrecht was verboden.
Tweede Verenigd Front
In 1937 begon Japan met een groot offensief om haar marionettenstaat ‘Mantsjoekwo’ uit te breiden. In de KMT-hoofdstad Nanjing gingen de Japanners als beesten te keer. Honderdduizenden burgers werden op brute wijze afgeslacht. Hierdoor groeide de urgentie om opnieuw samen te werken en de wapens op te nemen tegen de Japanners. De CCP en de kwomintang vormden het Tweede Verenigd Front; een samenwerking die vaak moeizaam verliep. Vaak bleven zij elkaar bestrijden, onderwijl ook oorlog tegen de Japanners voeren. Maar dit Tweede Verenigd Front hield stand tot de capitulatie van Japan in 1945. Direct daarna laaide de strijd tussen de CCP en de kwomintang weer op, met een burgeroorlogEen oorlog waarbij de strijdende partijen uit hetzelfde land komen. tot gevolg.
De Volksrepubliek China
De Japanse bezetting had diepe sporen achterlaten in China. In 1945 kwam de regering in handen van de nationalisten. De nationalistische regering was niet in staat de economische en maatschappelijke problemen, versterkt door de gevolgen van de Japanse bezetting, het hoofd te bieden. De communistische partij, die verbetering beloofde, kreeg steeds meer aanhang. Nu niet alleen onder de boeren waren de communisten populair. Ook onder de stedelijke bevolking steeg hun populariteit, door het wangedrag van Chiang Kai-shek en de troepen van de Kwomintang.
Gesteund door de Sovjet-Unie wisten de Chinese communisten grote delen op de nationalisten te veroveren. Op 1 oktober 1949 riep Mao Zedong de communistische VolksrepubliekWas de benaming voor de communistische staat, vanuit het idee dat in het communistische systeem het volk de macht in handen zou hebben. uit. Chiang Kai-shek vluchtte met zijn volgelingen naar het eiland Taiwan, waar hij zijn bewind van zelfverrijking, corruptie en vriendjespolitiek voortzette. De Verenigde Staten steunden Chiang en zijn nationalisten ondanks de vele misstanden, want een communistisch alternatief was erger vanuit hun ogen. De Sovjet-Unie steunde de communisten. Zo raakte China betrokken bij de Koude Oorlog. Bij de Verenigde Naties was het Chiang Kai-sheks Taiwan dat heel China vertegenwoordigde. Op deze manier hoopte het democratische westen de Volksrepubliek te isoleren.
3. Van communisme naar kapitalisme (1949 – 2001)?
- Kunt beschrijven en verklaren welke hervormingen de Chinese Communistische Partij in de jaren vijftig van de vorige eeuw op economisch en op politiek gebied doorvoerde.
- Kunt de Grote Sprong Voorwaarts door Mao Zedong beschrijven en ook de oorzaken en gevolgen ervan benoemen.
- Kunt de Culturele Revolutie van Mao Zedong beschrijven en verklaren.
- Kent de oorzaken en gevolgen van de Culturele Revolutie.
- Kunt beschrijven en verklaren wat er veranderde in de relatie tussen China en de Sovjet-Unie en tussen China en de Verenigde Staten in de jaren veertig, vijftig, zestig en zeventig van de vorige eeuw.
- Kunt de de Vier Moderniseringen van Deng Xiaoping beschrijven en uitleggen wat deze voor China betekenden.
- Kunt verklaren waardoor China aan het begin van de eenentwintigste eeuw uitgroeide tot een economische en politieke wereldmacht.
De Grote Sprong Voorwaarts
Protest op het Plein van de Hemelse Vrede
China als economische en politieke wereldmacht
- Leerdoelen
-
- Kunt beschrijven en verklaren welke hervormingen de Chinese Communistische Partij in de jaren vijftig van de vorige eeuw op economisch en op politiek gebied doorvoerde.
- Kunt de Grote Sprong Voorwaarts door Mao Zedong beschrijven en ook de oorzaken en gevolgen ervan benoemen.
- Kunt de Culturele Revolutie van Mao Zedong beschrijven en verklaren.
- Kent de oorzaken en gevolgen van de Culturele Revolutie.
- Kunt beschrijven en verklaren wat er veranderde in de relatie tussen China en de Sovjet-Unie en tussen China en de Verenigde Staten in de jaren veertig, vijftig, zestig en zeventig van de vorige eeuw.
- Kunt de de Vier Moderniseringen van Deng Xiaoping beschrijven en uitleggen wat deze voor China betekenden.
- Kunt verklaren waardoor China aan het begin van de eenentwintigste eeuw uitgroeide tot een economische en politieke wereldmacht.
- Extra uitleg
-
De Grote Sprong Voorwaarts
In het filmpje krijg je een overzicht van het onderwerp van deze paragraaf.Protest op het Plein van de Hemelse Vrede
In het filmpje krijg je een overzicht van het onderwerp van deze paragraaf.China als economische en politieke wereldmacht
In het filmpje krijg je een overzicht van het onderwerp van deze paragraaf.
Na de oprichting van de Volksrepubliek China in 1949, onder leiding van Mao Zedong, begon de Chinese Communistische Partij (CCP) met het doorvoeren van ingrijpende hervormingen. Deze hervormingen waren gericht op zowel het hervormen van de economie als de politiek van China. Ze volgden het Sovjetmodel van een centraal geleide planeconomie. Mao en de CCP wilden een communistische samenleving opbouwen waarin boeren en arbeiders centraal stonden, vrij van westerse invloed – al bleven Hongkong en Macau in buitenlandse handen. De eerste stap in deze richting was het herverdelen van grondbezit.

Bron 18. Showproces als onderdeel van de landhervorming door de CCP. Landeigenaren werden vernederd. De CCP ging wel selectief te werk. Zo werden de ouders van Mao, die ook groot landeigenaren waren, gespaard.
In het land werden grote landeigenaren onteigend en hun land werd herverdeeld onder arme boeren. Dit was bedoeld om de ongelijkheid te verkleinen en de steun van de boeren te winnen voor de CCP. Mao zag de boeren als een essentiële kracht in de klassenstrijd die het communistische China zou vormen. Om deze hervormingen te versterken, werden er in dorpen zogenaamde ‘showprocessen’ georganiseerd, waarbij rijke landeigenaren publiekelijk werden vernederd, veroordeeld en gestraft. Deze processen dienden als propaganda voor het nieuwe regime en demonstreerden de macht van de CCP.
Naast deze economische hervormingen werd er een politiek systeem ingevoerd waarin de CCP de absolute macht had. Andere politieke partijen werden verboden en alle oppositie werd onderdrukt. Mao’s doel was een totalitaire staat te creëren waarin iedere vorm van tegenstand of afwijking van de communistische ideologie hard werd aangepakt. Mensen die beschuldigd werden van ‘contrarevolutionair gedrag’ of ‘bourgeois denken’, zoals intellectuelen, werden vaak naar strafkampen gestuurd voor gedwongen arbeid en heropvoeding.
Het Eerste Vijfjarenplan
Naast de hervormingen op het platteland, begon Mao met een plan om China te industrialiseren. In 1953 introduceerde hij het Eerste VijfjarenplanEen plan waarin de overheid bepaalt hoeveel er van bepaalde producten moet worden geproduceerd in de komende vijf jaar. , waarin de nadruk lag op zware industrie, met name de productie van steenkool, staal en chemische producten. Dit plan volgde nauwgezet het Sovjetmodel van een planeconomie, waarbij de staat de volledige controle had over de productie en de economie. Alle fabrieken werden onteigend en genationaliseerdNationaliseren is het overnemen van privébezit, zoals bedrijven of grond, door de staat..
Het Eerste Vijfjarenplan was in economische zin een succes. De productie van kolen verdubbelde en de staalproductie verviervoudigde zelfs. Echter, de nadruk op zware industrie ging ten koste van de productie van consumptiegoederen en de levensstandaard van de Chinese bevolking verbeterde nauwelijks. Bovendien creëerde dit plan een afhankelijkheid van de Sovjet-Unie, aangezien China voor technologie, kapitaal en expertise grotendeels van Moskou afhankelijk was. Maar na vijf jaar wees de communistische partij in haar propaganda graag op het succes van deze politiek.
De Grote Sprong Voorwaarts
Na het relatieve succes van het Eerste Vijfjarenplan besloot Mao in 1958 dat China klaar was voor een nog ambitieuzer project: de Grote Sprong Voorwaarts. Dit plan moest ervoor zorgen dat China in korte tijd een industriële wereldmacht zou worden, maar zonder volledige afhankelijkheid van buitenlandse hulp, zoals de Sovjet-Unie. De Grote Sprong Voorwaarts was revolutionair in opzet omdat het de collectieve kracht van de boeren zou benutten om zowel de landbouw als de industrie te transformeren.
In de praktijk betekende dit dat de land herverdeling deels ongedaan werd gemaakt. Daarvoor in de plaats werden grote gecollectiviseerdeCollectivisatie is het samenvoegen van kleine, privé landbouwbedrijven tot grote staatsboerderijen. landbouwbedrijven gevormd: de volkscommunesEen volkscommune is een grote organisatie op het platteland waarin boeren samenwerkten op staatsboerderijen en geen privébezit hadden.. Miljoenen boeren werden samengebracht in deze landbouwcommunes, waar ze gezamenlijk werkten aan zowel de landbouw als de industriële productie. Een opvallend aspect van dit plan was de nadruk op kleinschalige industriële productie. Boeren werden aangemoedigd om in hun eigen achtertuinen staal te produceren in primitieve hoogovens. Mao was ervan overtuigd dat deze massale inspanning ervoor zou zorgen dat China Groot-Brittannië binnen vijftien jaar op industrieel gebied kon inhalen.
Bron 20. De gevolgen van Mao's campagnes werden al snel duidelijk. Het zou niet alleen grote gevolgen hebben op economisch gebied, maar ook op sociaal gebied; zoals de video laat zien.
De Grote Sprong Voorwaarts werd echter een ramp! Het staal dat in de kleine hoogovens werd geproduceerd, was van slechte kwaliteit en vaak onbruikbaar. De landbouwproductie stortte in door de onrealistische productiedoelen en de slechte landbouwmethoden die door de overheid werden opgelegd, waardoor boeren meer bezig waren staal te produceren dan met hun rijstproductie. Tot overmaat van ramp werden grote delen van de resterende oogst geëxporteerd om de industrialisatie te financieren, waardoor er in het land een ernstige hongersnood uitbrak. Tussen 1958 en 1962 stierven naar schatting 30 miljoen mensen aan de gevolgen van honger. Chinezen werden gedwongen ongedierte te eten. Sommigen gingen zelfs over tot het eten van hun kinderen! Maar de propaganda bleef aanhouden: de Grote Sprong Voorwaarts was een succes.
Enkele vooraanstaande leden van de communistische partij oordeelden echter anders. Hierdoor had de mislukking van de Grote Sprong Voorwaarts grote gevolgen voor Mao’s positie binnen de CCP. Hoewel hij zijn titel als voorzitter van de Communistische Partij behield, moest hij in 1962 afstand doen van zijn formele rol als president van China. Deng Xiaoping en Liu Shaoqi, gematigde leiders binnen de partij, namen de leiding over de economische hervormingen en keerden terug naar een pragmatischer beleid in de hoop China richting een herstel te sturen. Privébezit werd weer toegestaan in de landbouw en de nadruk op kleinschalige industriële productie werd verlaten.
De Culturele Revolutie
Ondanks zijn politieke terugtreding bleef Mao een centrale figuur binnen de CCP; en in 1966 keerde hij terug op het toneel met de Culturele Revolutie. Deze campagne was bedoeld om wat Mao zag als revisionismeEen stroming die bestaande ideeën of opvattingen wil herzien of aanpassen. binnen de partij te bestrijden en de communistische ideologie te versterken. Mao mobiliseerde vooral jongeren die hij vanaf zijn machtsovername in 1949 had geïndoctrineerd. Onder kinderen was flinke jaloezie ontstaan, omdat kinderen van partijleiders werden bevoordeeld bij de keuze van school of studie. Zij verenigden zich als Rode Gardisten en trokken door het hele land om alles wat als ‘reactionair’ of ‘anti-revolutionair’ werd gezien, te vernietigen. Tijdens grote massabijeenkomsten in Beijing sprak hij miljoenen jongeren toe en zweepte hen op te rebelleren. In talloze propaganda-uitingen, waaronder het verstrekken van een handzaam rood boekje bekend als het ‘Rode Boekje van Mao’ waarin citaten van Mao stonden, werd rond Mao een ware cultusEen vorm van verering waarbij mensen een godheid of persoon aanbidden. gecreëerd, waarin zijn persoon werd verheerlijkt.
De Culturele Revolutie leidde tot een ongekende chaos in China. Onderwijsinstellingen werden gesloten, intellectuelen werden vervolgd en miljoenen mensen werden gedwongen tot publieke zelfkritiek – vaak gepaard met vernederingen en fysiek geweld – of naar strafkampen gestuurd. De Rode Gardisten vernietigden cultureel erfgoed en vielen iedereen aan die zij beschouwden als vijanden van de revolutie. Het openbare leven kwam volledig stil te liggen. Leraren durfden niet meer les te geven, doordat het straffen van een leerling kon leiden tot de deportaties van hun gezinnen naar een strafkamp. Artsen waren niet langer bereid patiënten te behandelen, want een tegenvallende behandeling kon rekenen op het in elkaar slaan van de arts en z’n gezin. Ook de communistische partij kon niet ingrijpen, aangezien Mao de belangrijkste gematigde communisten Deng Xiaoping en Liu Shaoqi had laten vervolgen. De samenleving raakte volledig ontwricht en de Chinese economie kwam bijna tot stilstand.
Toen zelfs Mao inzag dat de situatie onhoudbaar was, besloot hij het leger in te zetten om de rust en orde te herstellen. De Rode Gardisten werden naar het platteland gestuurd. Door hen als boeren zwaar arbeid te laten verrichten, hoopte hij de jongeren weer in het gareel te brengen. De Culturele Revolutie duurde tot Mao’s dood in 1976, maar de gevolgen ervan waren nog jarenlang voelbaar. China was in de jaren zestig en zeventig politiek, economisch en sociaal zwaar beschadigd door deze beweging en het zou tot de hervormingen onder Deng Xiaoping duren voordat het land zich hiervan begon te herstellen.
De relatie tussen China en de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten
In de vroege jaren van de Volksrepubliek China was de relatie met de Sovjet-Unie sterk. De Sovjet-Unie bood technische en financiële hulp bij de wederopbouw van de Chinese economie. Er werd zelfs een vriendschapsverdrag ondertekend in 1950, waarin de Sovjet-Unie China steunde bij haar pogingen om een communistische staat op te bouwen. Sovjetwetenschappers en ingenieurs hielpen bij de bouw van fabrieken en tienduizenden Chinese studenten werden naar de Sovjet-Unie gestuurd om technische en wetenschappelijke opleidingen te volgen.
Tegen het einde van de jaren vijftig verslechterde echter de relatie tussen China en de Sovjet-Unie aanzienlijk. Na de dood van Stalin in 1953 begon Chroesjtsjov, de nieuwe Sovjetleider, afstand te nemen van het stalinistische model. Mao was echter fel gekant tegen Chroesjtsjovs idee van vreedzame co-existentieHet idee dat landen met tegengestelde ideologieën vreedzaam naast elkaar kunnen bestaan zonder elkaar aan te vallen. met het Westen. Volgens Mao was dit een verraad aan de communistische revolutie en hij beschouwde het beleid van de Sovjet-Unie als te gematigd. Mao streefde nog steeds naar een wereldrevolutie. Dit ideologische conflict leidde uiteindelijk tot een breuk tussen de twee landen en in de jaren zestig raakten China en de Sovjet-Unie zelfs verwikkeld in gewapende grensconflicten.
Tegelijkertijd zocht China toenadering tot andere landen, vooral in Azië, Afrika en Latijns-Amerika. In deze landen probeerde China invloed te verwerven als leider van de niet-gebonden beweging, een groep landen die zich neutraal opstelde tijdens de Koude Oorlog om zodoende de invloedssfeerEen gebied waarin een land veel invloed of macht heeft, ook al is het buiten de officiële landsgrenzen. uit te breiden. Hoewel China op deze manier probeerde zijn diplomatieke isolatie te doorbreken, bleef het grotendeels geïsoleerd van de belangrijkste internationale machten. Zo werd het niet toegelaten tot de Verenigde Naties en de NAVO.

Bron 23. Deng Xiaoping begon aan het herstel van de Chinese economie na de dood van Mao. Daarvoor krijgen boeren veel vrijheid, maar de propaganda benadrukte nog steeds de noodzaak van hard werken.
In de jaren zeventig veranderde de geopolitieke situatie echter drastisch. Door de escalatie van de oorlog in Vietnam, zochten de Verenigde Staten naar een manier om deze te beëindigen. Zo gingen ze op zoek naar diplomatieke oplossingen en China zag hierin een kans om zijn invloed te vergroten, door te bemiddelen in het conflict. In 1972 bracht de Amerikaanse president Richard Nixon een historisch bezoek aan China, wat leidde tot een doorbraak in de betrekkingen tussen de twee landen. China werd vervolgens toegelaten tot de Verenigde Naties en kreeg een permanente zetel in de Veiligheidsraad. Met de dood van Mao in 1976 zagen zijn opvolgers hun kans om de positie van China in de wereld verder te verbeteren door relaties met andere landen aan te halen.
De Vier Moderniseringen van Deng Xiaoping
Na Mao’s dood in 1976 werd Deng Xiaoping de nieuwe leider van de CCP. Deng introduceerde een reeks hervormingen die bekend werden als de Vier Moderniseringen, gericht op de landbouw, industrie, wetenschap en technologie en defensie.
- Een belangrijk onderdeel van de hervormingen was de liberalisering van de landbouw. Boeren kregen de mogelijkheid om hun eigen gewassen te kiezen en de overschotten vrij te verkopen op de markt. Dit leidde tot een enorme stijging in de landbouwproductie.
- Ook op industrieel gebied werden hervormingen doorgevoerd: bedrijven kregen meer vrijheid en ondernemers werden aangemoedigd verantwoordelijkheid te nemen, waardoor de staatsplanning kon worden afgebouwd.
- De wetenschap en het onderwijs moesten ook worden verbeterd. Technici moesten een betere opleiding krijgen, zodat de industrie kon profiteren van nieuwe kennis en verbeterde technieken.
- Daarnaast werd de defensie versterkt, zodat China zich kon meten met het westen.
Deze hervormingen waren bedoeld om de Chinese economie weer op de been te helpen en het land uit de economische stagnatie te trekken waarin het na de Culturele Revolutie was beland. Bovendien werden buitenlandse investeerders werden aangemoedigd om in China te investeren. Dit alles maakte deel uit van Deng’s ‘Open-Deur-Politiek’, die erop gericht was China te integreren in de wereldeconomie.
Hoewel de hervormingen succesvol waren, was er op politiek vlak geen sprake van liberalisering. De CCP bleef stevig aan de macht; en dissidentenMensen die zich verzetten tegen de overheersende politieke of religieuze ideeën in hun land. die opriepen tot democratische hervormingen werden hardhandig onderdrukt. Dit bleek vooral tijdens de studentenprotesten op het Plein van de Hemelse Vrede in 1989, toen het leger werd ingezet om de demonstraties neer te slaan.
China als wereldmacht in de 21e eeuw
Aan het begin van de 21e eeuw had China zich getransformeerd tot een economische en politieke wereldmacht. De toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie in 2001 was een belangrijke stap in de integratie van China in de wereldeconomie. De snelle industrialisatie en economische groei van de jaren tachtig en negentig maakten van China de tweede grootste economie ter wereld.
Politiek bleef China echter een autoritaire staat. Hoewel economische hervormingen onder Deng Xiaoping en zijn opvolgers succes brachten, bleef de Chinese Communistische Partij aan de macht zonder ruimte voor democratische hervormingen. De incidenten op het Plein van de Hemelse Vrede in 1989, waarbij het leger werd ingezet om demonstraties voor meer democratie neer te slaan, toonden aan hoe vastberaden de CCP was om haar greep op de macht te behouden.
Onder Deng’s opvolger Jiang Zemin bleef de nadruk liggen op economische ontwikkeling. Eind jaren 1990 vond de overdracht van Britse kolonie Hongkong en de Portugese kolonie Macao plaats, symbolisch voor de veranderde relatie met het westen. In 2001 trad China toe tot de Wereldhandelsorganisatie. De Volksrepubliek was daarmee uitgegroeid tot een economische én politieke wereldmacht met een communistisch bewind dat kapitalistisch maar niet democratisch denkt en handelt. Deze unieke mix heeft geleid tot spanningen met westerse landen, vooral op het gebied van mensenrechten en politieke vrijheden, maar heeft China ook in staat gesteld een sterke economische positie in de wereld te veroveren.
Literatuur
Chang, Jung. Keizerin Cixi: De Concubine Die China Moderniseerde. Londen: Jonathan Cape, 2013.
Chang, Jung. Mao: Het Onbekende Verhaal. Londen: Jonathan Cape, 2005.
Chang, Jung. Wilde Zwanen: Drie Dochters van China. Londen: HarperCollins, 1991.
Dikotter, Frank. Mao’s Great Famine: The History of China’s Most Devastating Catastrophe, 1958-1962. Londen: Bloomsbury Publishing, 2010.
Fenby, Jonathan. The Penguin History of Modern China: The Fall and Rise of a Great Power, 1850-2009. Londen: Penguin Books, 2008.
Hsü, Immanuel C.Y. The Rise of Modern China. Oxford: Oxford University Press, 2000.
Lei Chia-sheng雷家聖, Liwan kuanglan: Wuxu zhengbian xintan 力挽狂瀾:戊戌政變新探 [Containing the furious waves: a new view of the 1898 coup], Taipei: Wanjuan lou 萬卷樓, 2004.
MacFarquhar, Roderick, en Michael Schoenhals. Mao’s Last Revolution. Cambridge: Harvard University Press, 2006.
Mitter, Rana. China’s War with Japan, 1937-1945: The Struggle for Survival. Londen: Allen Lane, 2013.
Spence, Jonathan D. The Search for Modern China. New York: W.W. Norton & Company, 1990.
Wakeman, Frederic. The Fall of Imperial China. New York: Free Press, 1975.





















