Om iets over het verleden te weten te komen, doet een historicus onderzoek. Om het verleden te beschrijven heeft hij bronnen nodig. Maar hoe bepaalt een historicus welke bron bruikbaar is? Voordat je een bron gaat beoordelen op bruikbaarheid, moet je eerst goed de bron bekijken en/of lezen om vervolgens de bron te interpreteren.
Bruikbare bronnen, zijn bronnen die informatie geven voor het onderzoek dat de historicus doet. Hetzelfde geldt voor een onderzoek dat je op school doet. Het kan zijn dat je tijdens het zoeken een mooi aantal bronnen hebt gevonden, maar deze gaan over een volledig ander onderwerp. Dan zijn deze bronnen niet bruikbaar, want ze zijn niet relevant. Ook kan het voor komen dat een bron over jouw onderwerp gaat, maar niet betrouwbaar is; want de maker verdraait de gebeurtenissen. Daarnaast moet je kijken of de bron representatief is. Benadert de bron een gebeurtenis op een manier zoals het ook in andere bronnen is beschreven of geldt de mening uit die bron voor meer mensen. Een bron op bruikbaarheid beoordelen doe je zowel door een kritische kwalitatieve als een kwantitatieve analyse. Bruikbaarheid hangt dus af van de volgende drie punten:
- De vraagstelling of het onderzoeksdoel (relevantie).
- De betrouwbaarheid van de bron en daarmee de maker (kwalitatief).
- De representativiteit van de bron (kwantitatief).
De eerste stap in een historisch onderzoek is het bepalen van je onderzoeksvraag, ook wel hoofdvraag genoemd. Om te bepalen of een bron dus bruikbaar is, kijk je naar de inhoud van de bron en je onderzoeksvraag. In sommige gevallen kunnen onbetrouwbare bronnen door de gestelde onderzoeksvraag juist wel bruikbaar zijn! Als je bijvoorbeeld een onderzoek moet doen naar indoctrinatieIndoctrinatie is wanneer mensen, meestal autoriteiten zoals regeringen of leiders, proberen om anderen te beïnvloeden door hen één specifieke manier van denken of geloven op te dringen, zonder ruimte voor andere ideeën of meningen. Het kan voorkomen in verschillende situaties, zoals politiek, religie, of zelfs binnen families. in Nazi-Duitsland, dan kom je veel bronnen tegen die Adolf Hitler ophemelen. Deze bronnen geven een heel eenzijdig beeld van de manier waarop mensen dachten over Adolf Hitler en dus niet heel betrouwbaar. Maar omdat je juist onderzoek doet naar de indoctrinatie en dus de manier waarop de staat de Duitsers leerde om eenzijdig te denken, zijn deze bronnen wel bruikbaar. De vraagstelling bepaalt dus of de bronnen bruikbaar zijn!
De bruikbaarheid hangt ook af van het soort bron. Er zijn veel verschillende soorten bronnen die variëren in kwaliteit en kwantiteit: ooggetuigenisverslagen, grafieken en schilderijen enzovoort.
Ooggetuigenissen
Bij een ooggetuigenisverslag legt een historisch persoon een gebeurtenis vast, door op te schrijven hoe hij of zij de gebeurtenis heeft meegemaakt. Zo’n verslag is dan ook geschreven vanuit het oogpunt van de maker. Houd bij dit soort bronnen altijd rekening met de standplaatsgebondenheid van de maker van de bron. Is de maker communist of juist democraat? Dit bepaalt hoe hij bijvoorbeeld tegen een communistische opstand aankeek. Verslagen van een ooggetuigenis zul je dus vaak kwalitatief als kwantitatief analyseren.




