
Bron 3. Koning Frederik II van Pruisen inspecteerde zelf de gevolgen van het verplichte aardappelplanten. Het gevolg: meer voedsel voor zijn inwoners.
In een tijd waarin het verlichte denken werd omarmd, was het bestaande absolutisme eigenlijk niet langer houdbaar. Steeds meer werd het gezien als een ‘oud regeerstelsel’ (ancien régimeLetterlijk oud bewind, de politieke en maatschappelijke situatie in West-Europese landen vóór de democratische revoluties van de 18e eeuw.) dat aan herziening toe was. Toch slaagden vrijwel alle absolute vorsten er nog in hun macht te behouden. Sommigen namen wel andere verlichte denkbeelden over, zoals de verdraagzaamheid tegenover andere godsdiensten. Daarom spreken we van verlicht absolutismeVorm van bestuur uit de 18e eeuw waarbij absolute vorsten verlichte ideeën overnamen, zonder het absolutisme los te laten.. ‘Alles voor, niets door het volk’ was een geliefde uitdrukking van deze vorsten. Zij waren echter bang dat te veel maatschappelijke verandering hun positie in gevaar zou brengen. Vandaar dat ze vasthielden aan de standensamenleving; een samenleving waarin je geboorte je plek in de maatschappij bepaalde. En die sociale hiërarchie moest volgens veel absolute koningen bewaard blijven.
Een voorbeeld van verlicht absolutisme was het bestuur van Frederik de Grote van Pruisen. Hij beweerde niet door God te zijn aangesteld, maar de eerste dienaar van de staat te zijn. Hij schafte censuur af, zorgde voor godsdienstige verdraagzaamheid en introduceerde de aardappel om zijn bevolking van meer voedsel te voorzien. Toch liet hij de voorrechten van edelen gewoon bestaan en hield zelf de touwtjes strak in handen. Politici hadden bij hem slechts een adviserende rol; van volkssoevereiniteit was geen sprake.